De geschiedenis van Schellinkhout, periode 1959.

De tijdlijn van Schellinkhout van 1959.

1959
Jan Boot wordt op 29 maart 1904 geboren als zoon van fruitkweker Klaas Boot (1872-1973) en Marijtje Broer (1871-1956).

 
In zijn jeugdjaren gaat Jan Boot eerst naar de Openbare Lagere School aan De Laan. Vervolgens bezoekt hij ondermeer de Rijkstuinbouwschool in Hoorn, samen met zijn vriend Klaas Dikstaal (1903-1951), zoon van de plaatselijke veldwachter (zie 1932). Hierboven twee foto's van Jan Boot en Klaas Dikstaal, die respectievelijk genomen zijn in 1920 en omstreeks 1925. Op de eerste foto staat Jan Boot rechts. De tweede foto is gemaakt op de Rijkstuinbouwschool in Hoorn. Jan Boot is de zittende man in het midden. Klaas Dikstaal is de vierde man van links.
 
Foto 1: Jan Boot op jonge leeftijd.
Foto 2: Mien Pool werkt als dienstbode bij het gezin van veehouder Willem Nobel Dz. in Bobeldijk (foto 1932).

Fruitkweker Jan Boot en Hermina (Mien Pool) gaan op 13 december 1934 in ondertrouw en twee weken later treden Jan en Mien in het huwelijk (zie 1934). Het kersverse echtpaar gaat wonen aan de Dorpsweg, anno 2004 huisnummer 21. Hieronder een foto van het huisje, dat is voorzien van een prachtige makelaar met de tekst "FRUITLUST". De kleurenfoto stamt uit 1997 (zie 26 juni 2004)
   

Jan Boot begint hier een fruitbedrijf met een grootte van aanvankelijk slechts 1 hectare.
Hij geeft vóór de tweede wereldoorlog cursussen in groente-, fruit- en bloembollenteelt in Berkhout, Schellinkhout en Wijdenes. Later geeft hij ook nog les in het "sorteren en verpakken van fruit". Jan Boot bekleedt vele bestuursfunkties in het maatschappelijke- en verenigingsleven. Van 1954 tot 1967 dient deze fruitkweker uit Schellinkhout de veiling "Op Hoop Van Zegen" in Blokker als secretaris, nadien (1967-1972) als voorzitter. In die kwaliteit is hij één van de grondleggers van de Groente- en Fruitveiling WFO te Zwaagdijk (fusieveiling), waarvan hij erelid is. Ook is Jan Boot taxateur bij de grondkamer.

Jan Boot en Mien Pool krijgen vier dochters: Geertje Marie (roepnaam Gerie, geboren 30 april 1937), Marijke (geboren 13 april 1940), Hennie (geboren 22 augustus 1945) en Marjan (geboren 18 maart 1953).
(Zie 1940 en 1943).
   
Foto 1: De anderhalf jaar oude Gerie met haar ouders (foto 1939).
Foto 2: Gerie (9 jaar), Marijke (6 jaar), Hennie (1 jaar). Deze foto is van september 1946.
Foto 3: De vier dochters van Jan Boot en Mien Pool. Gerie (16 jaar), Marijke (13 jaar), Hennie (8 jaar) en Marjan (6 maanden). Deze foto is eind 1953 genomen.

 
Foto 1: Gerie en Marijke Boot op een driewielertje op de Dorpsweg nabij het ouderlijk huis (foto ca. 1941).
Foto 2: De zusjes Gerie en Marijke Boot in de tobbe met rechts buurjongetje Jan Nierop, geboren 1 februari 1942 (foto ca. 1943).
De foto is genomen in de voortuin van het huis van de familie Boot.

   
Foto 1: Vader en moeder Boot met hun vier dochters (foto ca. 1956).
Afbeelding 2 en 3: De distributiekaart van Geertje Marie Boot.

Hieronder een in juli 1951 gemaakte luchtfoto van het huis van Jan Boot en een foto uit de winter van 1958. Op de derde foto zijn de opstallen naast het huis te zien: Rechts het onderkomen van de sproeimachine en links de schuur voor de opslag van het fruit.
   

Op 29 april 1959 wordt Jan Boot benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Uit een krant van 30 april 1959:
De heer Boot staat bekend als een rustig en bedaard persoon met een weloverwogen en evenwichtig oordeel. Veel van zijn collega's hebben in figuurlijke en letterlijke zin geprofiteerd van zijn grote vakkennis, welke hij zowel als tuinbouwvakonderwijzer als praktisch teler heeft uitgedragen. Ook in het organisatieleven vervult de heer Boot verschillende belangrijke functies. Zo is hij sedert 1947 bestuurslid en sedert 1954 secretaris van de veilingvereniging "Op Hoop van Zegen" te Blokker. Daarnaast moet evenzeer worden vermeld, dat hij reeds 25 jaar -dat is vanaf de oprichting- voorzitter is van de Kring Noord-Holland van de Nederlandse Pomologische Vereniging, respectievelijk de Nederlandse Fruittelers Organisatie, van welke laatstgenoemde landelijke organisatie hij sinds 1946 tevens het ondervoorzitterschap vervult. Bovendien is de heer Boot sedert 1946 ook nog wethouder van de gemeente Schellinkhout en vanaf 1945 voorzitter van de plaatselijke boerenleenbank. In het plaatselijke gemeenschapsleven vervult hij, zoals uit het voorgaande wel duidelijk blijkt, een belangrijke rol.

Bij zijn afscheid van de veiling "Op Hoop van Zegen" roemen verschillende sprekers de inzet en de verdiensten van Jan Boot voor de gemeenschap en voor zijn vak, de fruitteelt. Als reaktie hierop spreekt Jan Boot de legendarische woorden:
"Voor een ezel die wil trekken.......
Er zijn karren genoeg die getrokken moeten worden!"

 
Op de eerste foto hieronder zit de nieuwbakken ridder met zijn echtgenote tussen de gekregen bloemen. Op de andere foto neemt Jan alweer wat vakliteratuur door (zie 1934 en 1994).

In januari 1961 neemt hij afscheid van de plaatselijke Boerenleenbank. Bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, in 1969, treedt Jan Boot af als vice-voorzitter van de Nederlandse Fruitteelt Organisatie (N.F.O.). Jan Boot is ook nog 28 jaar kringvoorzitter van de N.F.O. geweest. Bij zijn afscheid wordt hij onderscheiden met de bronzen N.F.O-legpenning. Nog in hetzelfde jaar, 1969, neemt Jan Boot ook afscheid als voorzitter van de Stichting Fruitteeltproefbedrijf "Noordhollands Noorderkwartier". Een jaar later stapt hij uit de Provinciale Commissie van Veilingen.
 Jan Boot in zijn fruittuin (foto omstreeks 1969).
Jan Boot overlijdt op 20 december 1994.

Dochter Gerie Boot trouwt met J.J. (Jack) Kuijper. Dit echtpaar neemt het fruitbedrijf in de beginjaren zestig van de twintigste eeuw over van "vader Jan". Het bedrijf is dan gevestigd aan de Blokdijk 4 en ook achter perceel Dorpsweg 21 in Schellinkhout ligt nog een fruittuin. In 1977 verhuizen Jack en Gerie naar een fruitbedrijf aan de Wijmers in Wijdenes, waar hun zoon John later het bedrijf zal voortzetten. In 1997 verhuizen Jack en Gerie naar de Zuideruitweg in Wijdenes en zet zoon John het fruitbedrijf aan de Wijmers voort. Tot het jaar 2003 blijft Jack Kuijper formeel betrokken bij het bedrijf (zie ook 1916).
 Jack en Gerie (1967).

Cor Donker (geboren 1889) vertrekt na 37 jaar bij het bestuur van Drechterland. Hij is hoofdingeland tot 1945 en wordt dan heemraad, dus lid van het dagelijks bestuur. Dertig jaar eerder heeft hij zijn melkveebedrijf aan zijn zoon Jaap overgedaan. Wel weidt hij nog steeds koeien en bezoekt nog regelmatig per fiets alle veemarkten in Noord-Holland. Ongeveer zeven jaar is Cor Donker lid van de gemeenteraad van Schellinkhout.
De ingekleurde foto toont het huisje Dorpsweg 127 waar Cor Donker en zijn vrouw Aafje Houter hebben gewoond. Laatstgenoemde heeft er tot circa 1968 gewoond, waarna het wordt verkocht aan familie W.T.C. Hoogenboezem. Op de foto zien we nog geen TV-antenne op het dak. In 1953 krijgen Cor en Aafje televisie. Het kiekje is dus vóór 1953 genomen (zie ook 1945).

In de maanden maart, april en mei verricht schilder Gerrit Schekkerman verschillende werkzaamheden voor de Fokvereeniging "Ons Belang". Vermoedelijk betreft het werkzaamheden aan het pand tegenover de zuivelfabriek op de hoek van de Dorpsweg en de Havenweg, waar de fokvereniging kantoor houdt (anno 2005: Dorpsweg 88). De nota van in totaal f 59,-- is gedateerd op 30 juni en deze rekening wordt op 13 juli voldaan.
   

augustus:
Uit: de voetbalkrant van het Vrije Volk.
Het voetbalveld bestaat uit een stuk buitendijks land dat niet aan de vereiste afmetingen kan voldoen, omdat dan een deel van het veld in zee komt te liggen. Het veld is aan de zeezijde dertig centimeter hoger dan aan de landzijde. Het gebruik van het veld is kosteloos. Dat is de subsidie die de gemeente aan de voetbalvereniging verleent. Het terrein wordt voor drie doeleinden gebruikt: óf de schapen weiden erop, óf de jongens voetballen en óf -en dat is dan in de winter- de kleintjes leren hierop schaatsenrijden.
De leden doen alles aan het terrein. Zij trekken krijtlijnen -waarvoor de voorzitter-aannemer het materiaal levert-, hangen de netten op en verrichten de nodige andere klusjes aan het veld. Elke zondag worden bij toerbeurt twee senioren of vier aspiranten aangewezen. Ze doen het graag. De jeugd belt er de voorzitter voor uit zijn bed. Een kleedlokaal is er niet meer. Dat is in de oorlog verloren geraakt. Nu is de school, die een paar honderd meter verder weg ligt, sindsdien als zodanig in functie. Dat heeft weer het nadeel, dat men in de rust op het veld blijft. De tippel is te ver. De thee wordt op het veld gebracht door mevrouw Nierop, de vrouw van de voorzitter. Zij woont van de leden het dichtstbij. Vele jaren werd de thee geleverd door de caféhouder van het dorp, maar dat werd te duur. Ofschoon de man met zijn dubbeltje per kop al ver beneden de prijs zat. Een trainer is er ook niet. Dat zou zonde van het geld zijn, want de jongens kwamen toch niet. In de oorlogsjaren heeft men nog wel een trainer gehad. De man kwam uit Hoorn. Zijn loon bestond uit vijf pond bonen per kwartaal. Hij kwam er graag voor over!
Ofschoon Schellinkhout soms kan bogen op een paar honderd toeschouwers, heeft het hiervan geen cent aan inkomsten. Het terrein ligt namelijk buitendijks aan zee. Als het mooi weer is dan is de dijk de heerlijkste zittribune die men zich kan indenken. Dan is het er ook zeer gezellig. In het veld gaat het de laatste jaren eveneens plezierig toe. Voorzitter Nierop is trots op zijn ploeg: "De jongens zijn honderd percent sportief. Ze spelen voetbal louter om het spel. Het is nu een pracht om in het bestuur te zitten. Je hebt nu met ware amateurs te doen."
Het is wel eens anders geweest in Schellinkhout. Dan was het bij deze in rood shirt en witte broek gestoken knapen bloed aan de paal. Het was een keer zover, dat men de scheidsrechter al bij armen en benen had om hem in zee te jonassen.
Het IJselmeer is een interessante bijkomstigheid bij de wedstrijden. Het wil nogal eens gebeuren, dat de bal te water geraakt. Dan gaan de kousen en schoenen uit en waden de jongens naar de bal. Het is een kwestie van vlug wezen, anders drijft-ie af. Van de tribune komen dan kreten als: Hee, is het badseizoen al geopend?

Vroeger had men voor waterballen de beschikking over een roeibootje, maar door verhuizing van de eigenaar verdween dit hulpmiddel. Een tijd lang had men ook veel plezier van lieslaarzen, maar die zijn nu achter de muziek aan. Geen mens weet waar ze zijn gebleven. Als de wind uit zee komt, wordt het voetbal er niet mooier op. Een hoge bal waait dan gemakkelijk over de dijk en dan wordt het naarstig zoeken in de bosjes aan de andere zij waar die beklede varkensblaas is gebleven. Bij slecht weer is het geen pretje op dit totaal open veld. Als er maar enigszins kan worden gespeeld, wordt er gespeeld. De voorzitter, die tevens consul is, keurt niet gauw af. "Als ik een beetje krap ga kijken", zegt hij, "dan kunnen er geen vier wedstrijden worden gespeeld. Als het maar even mogelijk is, dan laat ik spelen. Aan het veld is toch niets te bederven."
 Een krantenfoto van het buitendijks gelegen voetbalveld.

Zo is het, aan het veld is niets meer te verknoeien. Voor vriend en vijand is het terrein een ware verschrikking. De thuisclub, die het "heuvelland" kent als een konijn het duin, rent eroverheen met het gemak van springbokken.
Er is nu een schrijven van de bond om het terrein te egaliseren en dat moet deze zomer gebeuren, want het gaat zo eigenlijk niet langer meer. "Met eigen krachten kunnen we de doelgebieden wel opknappen. Maar het hele veld? Neen! Daarvoor zal een grotere energie-ontplooiing moeten komen dan de vereniging kan opbrengen. De bond wil dat het gebeurt", zegt voorzitter Nierop. Schellinkhout heeft nu zijn hoop gevestigd op de gemeente.
En dan wil de bond nog niet eens praten over de maten. Daarvoor verleent hij maar stilzwijgende dispensatie, omdat men de moeilijkheden maar al te goed kent. Het terrein is 56 meter breed. Het moet tenminste 64 meter breed zijn, maar dat zou betekenen dat de hoekvlag op vijf meter van de kust in zee kwam te staan.
Al jaren wordt er gezocht naar een beter terrein, maar er is niets te koop. Een paar maal dacht men geslaagd te zijn, maar de kavels bleken te klein te zijn. "We blijven zoeken", zegt burgemeester Mol, "maar het is overigens heel wat om dertig mille uit te trekken voor een voetbalveld in een gemeente die niet groeit. Maar komt er eens iets geschiktst vrij, dan zullen we zeker meewerken om de voetbalclub te helpen. B. en W. hebben trouwens al verscheidene vergaderingen aan het veldprobleem gewijd."

In het bestuur van Schellinkhout kan men zich niet aan de gedachte onttrekken, dat de gemeente alles wil doen als het maar weinig kost. 't Is voor zo'n paar mensen. De burgemeester heeft toch ook eens geadviseerd: "Ga toch in Wijdenes voetballen.".
Voorzitter Nierop is over de minder vlotte gang van zaken wel eens bitter gestemd. "Het gemeentebestuur moet toch inzien, dat men voor de jeugd offers moet brengen" , zegt hij. "Voetbal is een gezonde ontspanning en in verenigingsverband heeft dat een grote opvoedende waarde. Deze sport betekent veel voor de jongeren. We merken dat elke week weer aan het enthousiasme dat er is om het veld in orde te brengen en aan het elan waarmee ze om de punten vechten. Zolang er jeugd is, blijft Schellinkhout bestaan. Op de fles gaan we nooit, want dan kopen we spelers", grapt hij. Dan weer ernstig: "Ik zou het heel erg vinden als de vereniging ooit over de kop zou gaan. Dan zou ik, denk ik, gaan verhuizen naar een plaats waar ze wel een voetbalclub hebben."
De voetbalvereniging bestaat nu 26 jaar en speelt in de derde klasse van de afdeling Noord-Holland van de KNVB of de NHVB, zoals velen nog zeggen. Hoger dan de tweede klasse heeft men nooit gespeeld. In de derde klasse is er geen sprake meer van verre uitstapjes, zoals naar Texel. Deze uitstapjes hadden bijna het bankroet van de vereniging tot gevolg. De vereniging draait op een jaarlijkse begroting van bijna f 450,-. Denk niet gering over de opofferingen die de leden van Schellinkhout zich getroosten. Alles heeft men er voor over. Een manufacturier (opm. red.: Pieter Jan Ruiter) die veel met voetbal op heeft, stelt zijn auto beschikbaar om de jongens te vervoeren. En over de centen hoor je hem niet. Momenteel vangt de vereniging vijf gulden uit de pool, maar er is ook een periode geweest dat men daar wekelijks geld moest bijleggen. Heel vreemd, maar waar. Een aardig ruggesteuntje heeft men een paar jaar geleden gehad van de Nutsspaarbank, die werd opgeheven. Er was een overschotje om te verdelen onder de culturele verenigingen in het dorp. En die gift redde Schellinkhout weer voor een tijdje over de wankele financiële brug heen.
Momenteel heeft Schellinkhout een senioren en aspirantenteam op de been. Soms lukt het een competitie, er een tweede seniorenelftal bij te krijgen, maar meestal loopt dit streven op niets uit. Vorig seizoen begon men met twee en dan moest meestal de vijftigjarige voorzitter (opm. red.: Jo Nierop) invallen om voor een volledige ploeg te zorgen. Halverwege moesten een paar jongens onder dienst en weg was het tweede. Het ligt ook moeilijk in dit dorpje dat elk jaar weer een lager inwonertal moet noteren. Er zijn er nu 536. Misschien aan het einde van het jaar wel 530. Als de bevolkingsopbouw eens werd ontleed, dan zou men tot de ontdekking komen, dat het meest de jongeren zijn die weggaan.
Voor de voetbalvereniging heeft dat vanzelfsprekend zijn consequenties. Er is in verhouding tot de grotere plaatsen een vrij snel verloop. In het bestuur is dat al te merken. Voorzitter J.P. Nierop is reeds negentien jaar op zijn post, maar daarna volgen in anciënniteit.: penningmeester C. Koster zes jaar, de commissarissen A.L. Vis (jeugdleider) en C. Vink met elk drie jaar, en secretaris J.P. Davids met één jaar.
J.P. (Jo) Nierop begon zijn voetbalopleiding bij de West-Friese clubs MOC en DES(S). Tot zijn zesenveertigste jaar voetbalde hij actief voor Schellinkhout. Nadien was hij nog vele malen een gewaardeerd invaller. De bond benoemde hem, hoewel hij nog geen vijfentwintig jaar bestuurslid is, op het zilveren feest van Schellinkhout tot lid van verdienste. Uit waardering voor zijn vele en grote verdiensten aan de voetballerij.

(Zie 1933 en 1947).


Een onscherpe foto van een voetbalwedstrijd op het buitendijkse land. Piet Posch is één van de spelers van het elftal van Schellinkhout.
De namen van de andere spelers zijn niet bekend.

   
Drie foto's van "het huisje van Koedoder", Dorpsweg 39. De eerste foto is een detail van een grotere foto (zie 1927). Foto 2 is uit 1958. De erepoort is opgesteld ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijk (gehuwd 1933) van Gerardus A.M. Koedoder, roepnaam Gerrit, (geboren 17 te Zwaag op 17 april 1909 en overleden te Wervershoof op 17 juni 1993) en Sijtje Bregtje Zeeman, roepnaam Bets, geboren 10 december 1908 en overleden te Wervershoof op 18 maart 1993. Op de derde foto, die uit ongeveer 1960 stamt, zijn de rode bakstenen muren van het huisje inmiddels wit geverfd.

   Gerrit en Bets Koedoder.

Bij de voorbereidingen van het feest ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijk wordt assistentie verleend door mevrouw Dop-Coevert (vrouw van Cor) en Rinie van Veen. U ziet ze op de foto (hieronder) zitten aan de keukentafel. Op foto 2 staat Els Koedoder (geboren 1939) op het houten bruggetje achter de woning. Op de derde foto (circa 1958) staat de stenen schuur afgebeeld die achter het huisje staat. De jongen is Bert de Boer, de (ex-)verloofde van dochter Els Koedoder (geboren 1939). De andere dochter heet Erna.
   

Het tuindershuisje is begin 1900 gebouwd door Arie Groot. Na Groot wonen er de families Coevert, Spanjaard, Koevert. Tegen het einde van het tweede millennium krijgt het huisje een totale gedaanteverwisseling en verrijst er een geheel verbouwde woning van witte bakstenen van de hand van de nieuwe eigenaar, bewoner en aannemer Timmermans. Het wordt fors vergroot. Er wordt een keuken aangebouwd en er komt een rieten kap op. Als de verbouwing klaar is krijgt het huis ook een naam. De familienaam van Timmermans' vrouw is Vink en haar voornaam is Riet. De nieuwe naam wordt dus "de Rietvink". In de zomer van 2001 is familie Pruys eigenaar en bewoner van de woning. Anno 2002 woont familie Schipper in "de Rietvink".
Gerrit Koedoder begint als 14-jarige jongen, zijn loopbaan als inbindersjongen. Dat is het best te vergelijken met rietdekkersleerling. Behalve het naar boven sjouwen van de bossen riet moet hij aan de binnenkant van het dak het nodige trekwerk verrichten. De rietdekker steekt de aan een dikke naald bevestigde roop naar binnen door het riet heen. Ropen zijn driedelig gevlochten biezen, afkomstig uit Vollenhove en omgeving. De inbindersjongen trekt vervolgens de roop stevig aan, schuift de roop vervolgens weer door het oog van de naald en prikt de naald terug door het riet (haal, bind). De roop wordt later vervangen door bindtouw en nog weer later schakelt de rietdekker over op staaldraad. Bovendien wordt de rechte naald vervangen door een kromme en die heeft het beroep van inbindersjongen overbodig gemaakt. Later, als het gezin in 1955 vanuit Winkel naar Schellinkhout is verhuisd, begint hij als zelfstandig ondernemer een fruittuin in Schellinkhout. In zijn fruittuin staan veel oude hoogstam-fruitbomen. Het fruit moet geoogst worden met behulp van lange uitschuifladders. Dat is erg arbeidsintensief en deze bomen worden dan ook geleidelijk vervangen door laagstam-bomen. De oude stammen worden opgestookt in de kachel.

1960: Pruimen plukken met behulp van lange ladders.
V.l.n.r.: Gerrit Koedoder, mevrouw en de heer De Vries, Bets Koedoder.

Als bestuurder is Gerrit Koedoder actief voor het Groene- en het Witte Kruis. De heer en mevrouw Koedoder overlijden in 1993 te Wervershoof. Ze liggen in Schellinkhout begraven.


Een foto van een traditionele motorspuit met in dit geval een lang sproeigeweer voor de halfstam- en hoogstamfruitbomen (foto 1959).
De man op de foto is Klaas Gerrit Stapel (1909-1982) van de boerderij "Lindehof" aan het zuideinde.

De motorspuit wordt aangedreven door een benzinemotor (mengsmering). De motor, die bovenop de waterbak staat, moet worden aangeslingerd met behulp van een leren riem. In de houten bak bevindt zich circa 200 liter schoon water. Als het kan uit de sloot, maar als dat water te smerig is, dan wordt er water uit de waterput gebruikt. Afhankelijk van het doel van de bespuiting (insectenbestrijding, schurftbestrijding, etc.) wordt er b.v. DDT, een koperoplossing, een zwaveloplossing of parathion door het water gemengd (zie 1932).

 
Foto 1: Een afbeelding van de boerderij van de familie Koster (ca. 1955). In 1950 wordt er aan deze boerderij een staart gebouwd. De aldus gecreëerde extra ruimte wordt aangewend voor koestalruimte (zie 1612, 1993).
Foto 2 is gemaakt in februari 2003: Rietdekker op het dak van Dorpsweg 74 om stormschade te herstellen.

Veehouder Gerrit Posch boert op een boerderij in het centrum van het dorp. Anno 2011 is het perceel Dorpsweg 95.
Hieronder een foto van respectievelijk de voor- en achterzijde van de stolpboerderij.
 

   
Gerrit Posch is in 1924 gehuwd met Jannetje Best, geboren te Schellinkhout op 26 april 1903 (foto 1). Gerrit is lid van de fanfare (foto 2).

Gerrit Posch is een zoon van Klaas Posch (geboren op 13 augustus 1874; overleden op 20 april 1945) en Trijntje Vis (geboren op 1 april 1877; overleden op 13 september 1961).
   Klaas Posch en zijn echtgenote Trijntje Vis.

Op een zondagavond in de nazomer van 1959 wordt Gerrit Posch, melkveehouder, aangeklampt door de vrouw van zijn buurman Jaap Ham. "Mijn man ligt met de bof in bed. Hoe dat morgenochtend met het melken moet weet ik nog niet". Gerrit antwoordt: "Geen zorgen buurvrouw, de melk komt op tijd aan de weg". Deze ontmoeting luidt de geboorte in van de agrarische bedrijfsverzorgingsdienst West-Friesland, die in het voorjaar van 1960 met ruim 40 leden van start gaat.
Gerrit Posch is een organisator. Zo is hij ondermeer voorzitter van de dienst landbouwvoorlichting in oostelijk West-Friesland. Binnen de "boerenhulp" treedt hij op als voorzitter en werkverdeler. Hij blijft in beide functies actief tot zijn overlijden in 1972. Zoon Piet volgt hem dan als werkverdeler op. De boerderij van Posch blijft het hart van de Boerenhulp, totdat het hart van Piet in 1981 aangeeft dat hij het wat kalmer aan moet gaan doen (zie 1953 en 1992).
 
Foto 1: Een kiekje uit 1948 van de boerderij van de familie Posch. De sloot, die voor de boerderij loopt, is nog niet gedempt.
Foto 2: Een handwagen met een houten weivat staat voor de boerderij van de familie Posch.

(Zie voor familie Posch ook: 1962 en 1968).

Hieronder een foto van Dorpsweg 55.
In 1959 wordt het huisje bewoond door familie Best. Het huisje is in 1912 door aannemer J. Kuin gebouwd voor Mej. de Wed. P. Donker (zie 1912 en 2012).
Op de tweede foto staat het bovenlicht afgebeeld (boven de voordeur). In het raam staat de afbeelding van de tegenover Dorpsweg 55 staande boerderij van de familie Wim Kooijman, Dorpsweg 52a (gesloopt 2012). Op de derde foto staan een paar details van de bouwtekening.
   


In het dorpscafé van uitbater Dikstaal wordt een klaverjaswedstrijd georganiseerd. Op de foto ziet u de trotse winnaars van de eerste prijs, To Posch (helemaal rechts) en Klazien Weel-Visser. De man links is caféhouder Jan Dikstaal en de andere man is Piet Posch.

Op 14 november is de uitvoering van de toneelvereniging "de Boom van ons Genoegen" in café Dikstaal" (zie 1957).

 
Twee foto's die genomen zijn bij de school op De Laan van de tweeling Pim en Pam de Vries.

Een aantal Schellinkhouters viert kermis in Bobeldijk.

V.l.n.r.: Kees Tuinman, Jan Groenhart (Wijdenes), Jan Visser, Jan Nierop (met bril), Dirk Nooij, Jan Ruiter, Piet Bakker (op voorgrond), Cees Dop.

28 november:

Cornelia Magdalena Charlet overlijdt. Zij woont jarenlang met haar zus Gerritje in 'huize Rust Roest' aan het zuideinde van het dorp. 'Cor' Charlet wordt begraven op de begraafplaats bij de kerk in Schellinkhout. Op de grafsteen is de familienaam abusievelijk verkeerd gespeld: Chalet moet zijn Charlet (zie 1941, 1945, 1957 en 1980).

___________________

naar begin van deze pagina
naar het eerstvolgende jaar
terug naar de basispagina (home)

 G. Kazimier.

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :