1925
Een foto van (rechts) Dorpsweg 127.
Schellinkhout telt nog 3 timmerlieden, 1 smid, 1 metselaar, 5 bakkers en 2 schilders.
In de Schager Courant van 24 juni staat een verslag van de zitting van de politierechter van de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar van
22 juni. Hieronder een stukje uit dat verslag.
Foto 1: De Meeweg gezien in de richting van de splitsing met de Dorpsweg.
Foto 1: De Meeweg gezien in de richting van de dijk.
Schellinkhout wordt aangesloten op het waterleidingnet van het PWN.
4 september:
De diakenen opperen het idee om het armen- of diakoniehuis te verkopen wegens bouwvalligheid en de
ontoereikendheid van middelen voor herstel.
Op 19 november 1925 wordt er een nieuwe verordening voor de polder Schellinkhout vastgesteld door de Hoofdingelanden van de Banne of Polder Schellinkhout.
Een foto met aan de rechterzijde Dorpsweg 75, de boerderij van de familie Ham (zie 1890).
Uit: Algemeen Handelsblad van 30 december.
31 december:
naar begin van deze pagina
naar de eerstvolgende periode
terug naar de basispagina (home)
G. Kazimier.
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :
Uit: Schager Courant van 4 maart.
NIET FLINK
Jan Karemaker, een ruim 30-jarige metselaar uit Schellinkhout, was absent. Hij had een vete tegen zijn 63-jarigen
overbuurman, een boer, Kees Stelling genaamd. En toen Jan 'm zag aankomen den 16 Januari jl., wachtte hij den
"ouwe" even af en gaf hem onverwachts, zonder eenige aarzeling in het duister van den
Januari-avond een gevoelige mep tegen 't achterhoofd.
Arie Stelling, broer van den getroffene, had 't gezien. De O.v.J. eischte tegen Jan 40 of 40 dagen
brommen en aldus luidde ook het vonnis.
(Zie gebroeders Stelling: 1966).
KLOPPEN!
Johannes Last uit Hoorn was niet verschenen en had zich te verantwoorden ter zake dat hij op de Zuiderzee
bij Schellinkhout op 2 Mei in een visschersbootje den mede te Hoorn wonenden Roelof Wormsbecker
(Wormsbecker moet zijn: Wormsbecher) had
mishandeld door hem op het hoofd te slaan. Het vonnis voor dit feit was overeenkomstig den eisch 20 boete
of 20 dagen hechtenis.
De tweede foto is een detail uit de eerste foto.
De tweede foto is een detail uit de eerste foto.
De floraliavereniging "Bloem en Fruit" koopt 50 el katoen ten behoeve van het etaleren van de producten (zie 1918).
Een schoolfoto uit omstreeks 1925 met leerlingen van de Openbare Lagere School aan De Laan.
Van boven naar beneden en van links naar rechts:
Juffrouw Kool, meester Jan Ebels (geboren 1867), Cor Pool en Jaap Walkeuter;
Trijn Renooy, Klaske Piekema, Wijda Weel, Dieuw Pluijlaar, Nel Water, Griet Hansen Kd., Trijn Langedijk, Lien Otte, Trijntje Koster, Anna Kaczor, Ma Koster, Griet Metselaar en Bets de Groot;
Gesina (Gezien) Maarse, Henk Pool, Bertus Neij, Gré Pluijlaar, Griet Koster, Alie Koster, Jacoba Kaczor (roepnaam Coba - geboren te Schellinkhout op 17 maart 1921; overleden te Midwoud op 13 juli 2010), Annie Uitenthuis, Geertje Kaczor en Piet Veer;
Reindert (Rein) de Hart, Dirk Veer, (het jongetje achter Dirk Veer is Harm Piekema), Jaap Donker, Jan Metselaar, Jan Walkeuter en Jan Maarse (geboren 1917).
De man op bovenstaande foto staat voor de boerderij Dorpsweg 66. Het gietijzeren hekwerk voor de boerderij staat er anno 2016 nog steeds.
Links op de achtergrond is perceel Dorpsweg 64 zichtbaar, zijnde de woning waar later Tjalling van der Rol van
Electrotechnisch Bureau V.O.F. Van der Rol zich zal vestigen. In het midden van de weg is het paardenpadje zichtbaar en aan de rechterkant van de weg het
voetpadje. Beide paden zijn gemaakt van straatklinkers. Het overige wegdek is nog onverhard (zie 1964 en 15 juli, 11 september 2008).
In de nacht van 28 op 29 december brandt het gebouw echter af. Van de verzekering krijgt men f 4370,-. Er
wordt nu besloten om toch een nieuw armenhuis te bouwen.
Op de eerste foto uit omstreeks 1925 poseert Cornelis Donker uit het Zuidend met zijn stier.
Het krantenknipsel is afkomstig uit de krant van 24 september 1943.
Hieronder een aantal bepalingen uit deze verordening.
Artikel 1: Alle waterleidingen en slooten, die aan bijzondere personen toebehooren en die noodzakelijk zijn tot afvoer van het water, zijn onderworpen aan het toezicht van het Dagelijksch Bestuur des polders.
Artikel 2: Wanneer de waterleidingen en slooten, die aan den polder toebehooren, worden gekroost en van rietgewas of ander vuil worden ontdaan of worden uitgediept, zal het daaruit komende vuil of specie door de aannemers dier slootwerken, voor zooveel mogelijk voor een gelijke hoeveelheid op de landen worden geworpen, die ter wederzijde van zoodanige sloot of waterleiding liggen; zullende de eigenaars dier landerijen verplicht zijn het kroos, riet enz. binnen zes weken, en de specie binnen zes maanden, nadat de schouw over deze sloot en krooswerken heeft plaats gehad, weg te ruimen.
Artikel 3. Het is verboden eenige waterleiding of sloot te vernauwen of af te dammen. Het Bestuur kan van dit verbod onder nader te stellen voorwaarden schriftelijk ontheffing verleenen.
Het is verboden eenigerlei kruiden, zand, straatvuil, ingewanden van geslachte dieren of andere dierlijke zelfstandigheden van welken aard ook, in eenige waterleiding of sloot te werpen.
Artikel 4: Het is verboden bagger, modder of klei te trekken in een der waterleidingen of slooten, welke aan den polder toebehooren.
Artikel 5: Het is verboden gebouwen, zooals eendenhokken of van welken aard ook, over of in waterleidingen en slooten te plaatsen.
Artikel 6: Jaarlijksch moeten alle waterleidingen en slooten in den polder worden gezuiverd van kroos en riet en verder onkruid en zal hierover door het Dagelijksch Bestuur van den polder schouw worden gedreven in de maand October; zullende de dag der schouw bij aanplakken van biljetten, een maand te voren worden bekend gemaakt.
Artikel 7: Ieder ingeland is verplicht te zorgen, dat de halve breedte der langs zijn land gelegen waterleidingen en slooten op een wijdte gehouden wordt van minstens 1.25 M., en op een diepte van acht decimeters op het zomerpeil gemeten; terwijl de bodem der sloot twaalf decimeters wijd moet zijn.
Artikel 8: Het is verboden een brug over de waterleidingen en slooten van den polder aan te leggen.
Artikel 9: Overtreding van hetgeen bij de Artt. 2 tot en met 7 is bepaald, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste drie gulden, terwijl bij overtreding van het in Art. 8 bepaalde, ten hoogste een boete van vijf en twintig gulden kan worden opgelegd.
De verordening wordt goedgekeurd bij besluit van 9 maart 1927 door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 20 April 1927.
En dan volgen de namen die onder de nieuwe verordening staan.
Het college van Dagelijksch Bestuur,
C. Leguit, Voorzitter.
C. Bloothoofd, Secretaris.
Bij het inwerkingtreden van deze verordening vervallen de bepalingen uit de verordening van 15 maart 1916.
Te Schellinkhout, tusschen Hoorn en Enkhuizen, is in den nacht van Maandag op Dinsdag het diaconiehuis tot den grond
toe afgebrand. Bijna niets werd gered. Oorzaak onbekend.
Het dorp telt 529 inwoners, te weten 267 mannen en 262 vrouwen.