De geschiedenis van Schellinkhout, periode 1943.

De tijdlijn van Schellinkhout van 1943.

1943
Op 22 januari schrijft waarnemend burgemeester Mol een brief aan "den Herrn Beauftragten des Reichskommissars für die Provinz Nordholland (Polizei-offizier) te Haarlem" over het vinden van een boekje getiteld "De maand van de groote ommekeer".
Am 21 Januar 1943 ist in der Gemeinde ein Büchlein "De maand van de groote ommekeer" gefunden, das wahrscheinlich in der Nacht von 20-21 Januar 1943 von einem Flugzeug abgeworfen worden ist.
Anbei sende ich Ihnen das Büchlein.

Uit: het Dagblad voor NOORD-HOLLAND van zaterdag 30 Januari 1943.
Den 8en Februari a.s. hopen onze geliefde Ouders, Behuwd- en Grootouders
P. LAAN en T. LAAN - NIEROP te Schellinkhout, hun 40-jarige echtvereeniging te herdenken.
Dat zij nog lang voor ons gespaard mogen blijven is de wensch van hun liefhebbende kinderen en kleinkinderen.
J. LAAN
A. LAAN - VALENTIJN.
PIET en JAN
Blokdijk, Jan. 1943.


Slager Dirk Bart woont in een huisje in het zuideind (foto hierboven). In een achter dat huis staande houten schuur slacht hij zelf de dieren. De bewoners van het dorp hebben een zogenaamde "vrijbankkaart D. Bart - Schellinkhout". Ook veehouder Klaas Gerrit Stapel (1909-1982) heeft zo'n kaart, gedateerd 20 augustus 1943. Deze kaart, die strikt persoonlijk is, geeft periodiek recht op een portie vrijbankvlees. Aan de tekst en de stempels op de achterzijde van het kaartje is af te leiden wanneer er vrijbankvleesch verkrijgbaar is geweest in het dorp. Het huisje en de schuur, Dorpsweg 166, worden in 1986 gesloopt. Cor Leegwater laat er dan een nieuwe woning bouwen (zie 1986).
 

De floraliavereniging "Bloem en Fruit" besluit om de winnaars op de jaarlijkse tentoonstelling geldprijzen te geven, omdat er niets meer te koop is.

Een foto van twee van de drie kinderen van het gezin Baas dat in De Nek woont. Het zijn Pieter Baas, geboren te Twisk op 30 maart 1938 en zijn zusje Trijn Baas, geboren te Twisk op 15 februari 1933. De derde spruit, dochter Geertruida, wordt in Schellinkhout geboren op 1 februari 1948.

Uit: het Dagblad voor NOORD-HOLLAND van woensdag 3 februari 1943.
"Bloem en Fruit".
De Floraliavereniging "Bloem en Fruit" hield haar algemeene vergadering op Vrijdag 29 Januari ten huize van mevrouw de weduwe Leegwater. De waarnemend voorzitter, de heer W. Koster Az., opende de vergadering en memoreerde het verscheiden van den heer Leegwater. De aftredende bestuursleden, de dames Vet-Sluis en Buisman-Dol, werden bij acclamatie herkozen. Tot nieuwe bestuursleden werden benoemd mevrouw G. Schekkerman-Bras en de heer W.T.C. Hoogenboezem. Tot voorzitter werd bij acclamatie benoemd de heer W. Koster Az. Uit de rekening en verantwoording van den penningmeester bleek, dat het ondanks de ongunstige tijdsomstandigheden een voordeelig jaar voor de vereeniging is geweest. Door de heeren Nobel en Dikstaal werd de rekening gecontroleerd en in orde bevonden. Men besloot ook dit jaar de tentoonstelling te houden en er volgens traditie wederom de afdeeling huisvlijt aan te verbinden. De collectie zal bestaan uit: coleus, begonia, semperflorens en geranium.
Voor den grooten pot: dahlia (Baby Royal). Voor jonge dames: Fransche geranium en varen.
Schoolmeisjes: fuchsia en Pietje Puck. Schooljongens: salvia en afrikaan.

TABAKSPLANTEN,
Bestelt nog heden.
Prijs f 1,50 per 100;
Levering in Mei.
C. Makkes, tuinder, Schellinkhout.

Aangeboden:
Ongeveer 2000 oude Holl. DAKPANNEN.
Nog wat halfstam appel-, pruim- en struikpruim.
J. Maarse, Schellinkhout.

Te koop gevraagd 1 p. i.g.st.z.
WERKSCHOENEN,
m. 45 - 46
G. Koster, Schellinkhout 56.

Uit het:
Inschrijvingsregister voor den dienstplicht
Lichting 1943.


Tienes Schippers, geboren 27 augustus 1923.
Cornelis Weel, geboren 25 november 1923, opmerkingen: 8 september 1948 naar Nibbixwoud.
Cornelis Koeman, geboren 27 augustus 1923, opmerkingen: 27 maart 1947 van Blokker. Naar Blokker.
Klaas Cornelis Nap, geboren 18 juli 1923, opmerkingen: 12 mei 1948 van Zwaag.
Maarten Sluis, geboren 29 juni 1923, opmerkingen: 12 februari 1949 naar Beverwijk.

Onderstaande foto is genomen in de strenge winter van 1942 - 1943.

Op 27 februari maakt waarnemend burgemeester Mol het volgende proces-verbaal op.
Op 26 Februari 1943 zijn in de gemeente Schellinkhout door C. Donker, veehouder, aldaar, ingeleverd 53 doosjes, inhoudende een letter V van chocolade en een briefje, waarop vermeld: "Een groet van de kinderen in Indië aan de kinderen in Holland", en 17 ledige doosjes.
Deze doosjes zijn vermoedelijk afgeworpen door een vliegtuig, dat des morgens te 4 uur over de gemeenten Wijdenes en Schellinkhout is gevlogen.
Het land in de omgeving is op 26 en 27 Februari 1943 nagezocht, doch andere voorwerpen zijn niet gevonden.
De voorwerpen zullen aan den Beauftragten van den Rijkscommissaris voor de provincie Noordholland (Polizei-Offizier) gezonden worden.
Hiervan is telefonisch mededeeling gedaan aan de Rijksinspectie Luchtbescherming te 's-Gravenhage en aan den Beauftragten voornoemd.

Op het afschrift van dit proces-verbaal heeft Mol in de kantlijn met pen geschreven:
4 gevulde doosjes zijn op 1 Maart 1943 aan den Ortskommandant in Hoorn afgegeven.

Jan Boot en zijn vrouw Hermina (roepnaam: Mien) Pool gaan met de dochters Gerie en (links) Marijke op de foto bij de Nek (zie 1959).

Uit: het Dagblad voor NOORD-HOLLAND van woensdag 3 maart 1943.
Te koop een BAKWAGEN,
zware as en wielen f 90,-.
een gierbak met ijzeren kroon f 50,-.
beste boerenwagenwielen per paar f 30,-.
een mooie koperen gaskroon (zwaar) f 100,-.
P. HAS, Schellinkhout 51.

Te koop een HEERENHOED z.g.a.n., m. 57 f 10,-.
1 paar lage leeren schoenen, m. 44 f 10,-.
Wed. K. ROEMER, Schellinkhout.

Verloren zwarte GLACE HANDSCHOEN.
gaande over Oost-Zwaagdijk.
Tegen belooning terug te bezorgen bij N. Vis, Schellinkhout 7.

Simon Peetoom wordt op 8 november 1919 in Midwoud geboren. Hij trouwt midden in de Tweede Wereldoorlog, op 23 maart 1943, met Annie Grietje Nobel, geboren te Bobeldijk op 9 oktober 1922. Het echtpaar krijgt drie kinderen:
Pieter Willem (roepnaam Piet Wim), geboren te Hoorn op 17 april 1946;
Willem Cornelis (roepnaam Wim), geboren te Hoorn op 7 maart 1950;
Cornelis Simon, geboren te Mijdrecht op 3 augustus 1960.
In maart 1943 kopen ze de boerderij Dorpsweg 20 van Piet Hoogland. Laatstgenoemde moet vanwege zijn hoge leeftijd stoppen met boeren en vertrekt naar Enkhuizen. Van zijn vader huurt Siem Peetoom vijf bunder (= hectare) "gescheurd" land. Dat is grasland waarvan de Duitse bezetter heeft bepaald dat daarop landbouwproducten dienen te worden verbouwd, zoals tarwe, bieten, aardappelen e.d.
   
Foto 1: De boerderij Dorpsweg 20 (foto omstreeks 1943).
Foto 2: Piet Wim Peetoom op de autoped op de Dorpsweg voor de ouderlijke boerderij (foto augustus 1948).

Kort na de Tweede Wereldoorlog wordt er aan de kant van de Dorpsweg een nieuwe toegang in de zuidmuur gemaakt, die als voordeur dienst doet.
Foto 3: De broertjes Piet Wim en Willem Cornelis poseren op de stoep voor de nieuwe voordeur (foto omstreeks 1952).

Hieronder drie foto's waarop we de kleine Piet Wim Peetoom zien. De foto's zijn gemaakt in de buurt van het dorpscafé waar op dat moment de kermis wordt gehouden. Op de eerste twee foto uit omstreeks 1947 zit Piet Wim in een kar die door moeder Annie wordt voortgetrokken. Op de derde foto, die omstreeks 1952 is gemaakt, loopt Piet Wim aan de hand van zijn tante Nel Peetoom.
   

 
Foto 1: Jan Nierop (geboren 1 februari 1942), de grootste van het drietal, speelt samen met zijn broertje Piet Nierop (geboren 15 juli 1946) met hun buurjongetje van de overkant Piet Wim Peetoom. Laatstgenoemde houdt een opgezette haan onder zijn arm vast. Rechts op de achtergrond is nog juist de schuur van Harm Kroeze te zien (foto augustus 1948).
Foto 2: Piet Wim Peetoom en zijn buurjongetje Piet Nierop (links) spelen in de zandbak van veehouder Jan Nierop (foto omstreeks 1950).

Omdat het boeren in de beginjaren vijftig van de vorige eeuw geen vetpot is, denkt het echtpaar Peetoom-Nobel aan emigratie. In het kader van het Marshallplan, dat drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking treedt, zijn er mogelijkheden om naar Suriname te emigreren. Eerst wordt het echtpaar Peetoom-Nobel nog uitgebreid getest en gekeurd in Den Haag en vervolgens worden ze voor vijf jaar uitgezonden naar Suriname. Na deze vijf jaar zal er een verloftijd volgen van zes maanden, waarna een volgende termijn van vier jaar in Suriname zal aanvangen. Het plan is dat er meer oerwoud zal worden ontgonnen en dat elke emigrant op het ontgonnen land 72 bunder land met rijst (paddy = ongepelde rijst) zal verbouwen.
Alzo emigreren Siem Peetoom en Annie Nobel met hun kinderen Piet Wim en Willem Cornelis in 1952 naar Wageningen in Suriname. Het schip de "s.s. Cottica" brengt hen in 21 dagen naar de verre bestemming. Vlak voordat de boot op tweede kerstdag uit Amsterdam vertrekt wordt onderstaande foto genomen.

Van boven naar beneden en v.l.n.r.: Willem Nobel Dz., Aafje Otter-Peetoom, Wim Otter, Jan Liefaard
Volgende rij: Corry Nobel-Pool (met bril), Nel Nobel-Uitenthuis, Annie Peetoom-Nobel, kleine hoofdje erachter is Gré Rooker-Nobel, Simon Peetoom, Klaas Rooker, Dicky Balk-Nobel, Corry Nobel-Leguit, Annie Nobel, Jan Nobel;
Dirk Nobel, Wim Otter, Wim Peetoom en Piet Wim Peetoom (zie 1906).

Vanaf de "Cottica" sturen Siem en Annie een ansichtkaart naar het thuisfront in Schellinkhout. Deze kaart is op 23 juli 1952 in Dover afgestempeld.
 

In het oerwoud in het district Nickerie is na ontginning een nederzetting (dorp), genaamd Wageningen, gebouwd van stenen huizen afgedekt met metalen golfplaten waar circa vijfentwintig Nederlandse boerengezinnen wonen. Naast deze boerengezinnen wonen er ook mensen van de directie, een arts, onderwijzend personeel en mensen van een bouwbedrijf uit Zwijndrecht die terplaatse nieuwe kanalen graven. Ook wonen er Surinaamse werknemers in het dorp. In totaal staan er op een gegeven moment ongeveer tachtig huizen.
Wageningen is een havenplaats gelegen aan de rivier de Nickerie tegenover de monding van de Marataka. Er is ondermeer een school, een winkel, een kerk, een hotel ("de Wereld"), een bakkerij, een veebedrijf, een rijstpellerij, een gemaal met een in- en afvoerkanaal voor het bevloeien van de rijstvelden, een electriciteitscentrale, die wordt gestookt met afval van de rijstpellerij en zelfs een kleine kliniek. Op een gegeven moment heeft Siem Peetoom tien Javanen in dienst op zijn rijstbedrijf. De kinderen van Siem en Annie worden dagelijks per speedboot naar een school gebracht.
Op onderstaande foto voeren Siem en Annie het toneelstukje "Turelureluur" op in hotel "de Wereld" te Wageningen (Suriname).

In Suriname echter wordt hun zoon Willem Cornelis (roepnaam Wim) ernstig ziek en hij moet worden opgenomen in het ziekenhuis van Nickerie, waar een Nederlandse arts voor een raadsel staat. Hij kent de ziekte niet waar Wim aan lijdt. Als deze arts wordt opgevolgd door een Creoolse arts weet deze wel welke ernstige ziekte de kleine Wim onder de leden heeft. Het is bilharzia, een levensgevaarlijke wormziekte. De larven van deze worm leven in water en kunnen de intacte huid doordringen. In het lichaam ontwikkelen ze zich tot wormen die in de bloedvaten van darm of blaas leven. Bedoelde Creoolse arts weet ook dat er op dat moment in Egypte een experimenteel serum is ontwikkeld tegen deze ziekte. Dit medicijn wordt direct per vliegtuig overgevlogen naar Suriname waarna de inmiddels doodzieke Wim langzaam herstelt.
In 1957 breekt de termijn aan van zes maanden verlof. Het gezin Peetoom keert op 21 december 1957 terug in Nederland. Ze gaan aanvankelijk wonen in Hoorn. Zoon Wim wordt na aankomst in Nederland op last van de autoriteiten echter meteen opgenomen in het havenziekenhuis van Rotterdam waar hij door Nederlandse artsen extra wordt onderzocht. Pas na tweeënhalve week mag hij het ziekenhuis weer verlaten met het dringende advies van de artsen om niet meer naar de tropen terug te keren. Na korte tijd in Hoorn te hebben gewoond krijgen Siem en Annie van veehouder en kerkeraadslid Gerrit Koster te horen dat de pastorie in Schellinkhout leeg komt en dat die in tweeën zal worden verhuurd. Ze mogen kiezen in welk deel ze gaan wonen en ze kiezen voor het meest noordelijke deel, omdat dat deel verder van het kerkhof is verwijderd. Als er echter na verloop van tijd een nieuwe dominee komt moet het gezin naar de andere kant van de pastorie verhuizen, omdat deze dominee de noordkant van de pastorie ook aantrekkelijker vindt.
Per 3 november 1958 verhuist het gezin Peetoom naar Blokland, gemeente Mijdrecht, alwaar van de Heidemaatschappij een boerderij wordt gepacht. Gedurende drieëneenhalf jaar runt Siem Peetoom daar een veehoudersbedrijf. Dan overlijdt de vader van Annie, genaamd Willem Nobel Dz. in Bobeldijk, die een veehoudersbedrijf met boerderij pacht in Baarsdorpermeer. Op aandringen van de weduwe van Willem Nobel solliciteren Siem en Annie naar deze boerderij, genaamd de "Mariahoeve" in Baarsdorpermeer. Er zijn reeds vele gegadigden voor het bedrijf en er zijn eigenlijk reeds een drietal mensen uitgekozen door de rentmeester om te komen praten met de eigenaar, de heer Fabius uit Aerdenhout. Als Siem en Annie op aandrang van Annie's moeder besluiten om ook te solliciteren, worden zij met voorrang behandeld. Ze worden op een woensdagavond uitgenodigd bij de eigenaar en zijn vrouw. Siem Peetoom kan goede referenties overleggen van de heer Bontekoe uit Wageningen (Suriname) en na een gesprek mogen zij de boerderij pachten op voorwaarde dat een kind van de eigenaar ook eens mag logeren op het agrarisch bedrijf in Baarsdorpermeer. Per 1 mei 1962 wordt de boerderij door het gezin Peetoom betrokken. In augustus 1985 stopt Siem Peetoom officieel met werken. Gedurende hun leven zijn Siem en Annie zeventien maal verhuisd. Op 23 maart 2003 vieren zij hun zestigjarig huwelijksfeest. Anno 2007 wonen ze in een wooncentrum voor ouderen in Hoorn (zie 1880 en 1978).
 
Twee foto's van de boerderij Dorpsweg 20 die genomen zijn op 1 september 2007. Het pand wordt dan bewoond door familie R.P.M. Dielenman. Het huis links op de tweede foto wordt bewoond door Klaas Best.

 Het is oorlogstijd......


Op 8 april 's avonds om 11 uur worden er tijdens het overvliegen van vliegtuigen twee ontploffingen waargenomen en vuur- en lichtschijnsels gezien bij de Nek. Het blijkt dat er brandbommen zijn neergevallen bij de huisjes die in de Nek staan. De familie Baas, die in de Nek woont, verleent op dat moment onderdak aan Rotterdamse evacué's, die flink overstuur raken bij het vallen van deze brandbommen. Hieronder een deel van het uitvoerige proces-verbaal dat terzake op 9 april door waarnemend burgemeester Mol wordt opgemaakt.
Op 8 April 1943, te 23 uur zijn door mij C. Mol, Burgemeester van Wijdenes, tevens waarnemend Burgemeester van Schellinkhout tijdens het overvliegen van vliegtuigen 2 ontploffingen waargenomen. Ik heb mij naar buiten begeven en zag in de richting van het buurtschap "De Neck" onder de gemeente Schellinkhout vuur-en lichtschijnsels. Met 2 man van het personeel van den luchtbeschermingsdienst en den opperwachtmeester der marechaussee J. Harskamp te Wijdenes heb ik mij langs den Zuiderdijk in de richting van de plaats van het ongeval begeven.
Nabij de woning van P. Baas, De Neck no. 173, Schellinkhout bleken vele brandbommen (staafmodel) te zijn neergevallen, waarvan 1 vermoedelijk een naast de woning staanden hooiberg heeft doen ontbranden. Een hoeveelheid van ongeveer 400 Kg. hooi en een partij houten palen is geheel verbrand. De brandweer der gemeente Schellinkhout was te 23.20 uur met de motorbrandspuit ter plaatse gekomen en heeft den brand gebluscht. De woning werd behouden.
Op den dijk lagen vele brandende brandbom-resten. Voorts werd in de nabijheid van de woning van H. Bankert, De Neck, no. 172, Schellinkhout, een brandend resté van een grooteren brandbom aangetroffen en enkele diepe ronde gaten in den grond met een doorsnede van ongeveer 25 cM. In deze woning was tengevolge van de ontploffingen een ruit gebroken.

De volgende dag worden de gebruikelijke instanties ingelicht en om 6 uur 's morgens wordt bij daglicht een nader onderzoek ingesteld. Daarbij blijkt het volgende.
In de nabijheid van de woning no. 173 (BAAS) werden 7 gaten gevonden waarin de brandbommen (staafmodel) zijn ingeslagen. In den dijk werden 18 dergelijke gaten gevonden. Onder toezicht van een officier van de Ortskommandantur te Hoorn is uit een dergelijk gat een deel van een Engelschen brandbom (staafmodel) opgegraven.
Bij de woning no. 172 (BANKERT) werden 9 gaten gevonden, waarin vermoedelijk phosphor-rubber brandbommen zijn ingeslagen, waarvan 2 stuks vermoedelijk zijn ontploft te 23 uur op genoemden datum 8 April. Op den grond in de omgeving van een dezer inslagen waren nog resten van de bomvulling aanwezig. Een 3e dezer bommen is vermoedelijk ontploft op 9 April te ongeveer 11 uur, zonder schade aan te richten.
Voorts werd geconstateerd, dat de hoofdbuis der waterleiding langs den dijk door een brandbom (staafmodel) was vernield. Een gedeelte van deze waterleiding moest worden afgesloten.
De afsluiting van den Zuiderdijk voor het verkeer en de bewaking van dit gedeelte der gemeente Schellinkhout door de marechaussee kon volgens mededeeling van bovengenoemde officier van de Ortskommandantuur te Hoorn worden opgeheven, hetgeen te 10.30 uur geschiedde.
Behalve aan de eigendommen van P. Baas en H. Bankert voornoemd is ook schade aan den dijk, toebehoorende aan het Hoogheemraadschap Noord-holland Noorderkwartier toegebracht.
In verband met deze bominslagen werd verbruikt: 12 liter benzine voor luchtbeschermingsdoeleinden, alsmede 2 staafbatterijen en 4 platte batterijen voor zaklantaarns.

Bij navraag bij Piet Baas jr. (geboren 30 maart 1938) die op het moment van dit voorval dus vijf jaar oud is, blijkt echter dat van een brand in de hooiberg geen sprake is geweest. Piet's vijf jaar oudere zuster, Trijn, bevestigt deze lezing van Piet. Blijft dus de vraag waarom burgemeester Mol dit feit heeft aangedikt in zijn terzake opgemaakte proces-verbaal, waarin hij aangeeft dat er ongeveer 400 kg hooi is verbrand. Wel weet Piet zich nog te herinneren, dat het bij het "fikkie steke" wel eens mis is gegaan bij de hooiberg..... (zie 1940 en 1963: P. Baas).


Twee kleine kleutertjes: Dick Posch (links) en Adriaan Hoogenboezem.

Metselaar Johan Pieter Nierop, Laan 116 - postrekening 156847, verricht gedurende de eerste zes maanden van het jaar verschillende werkzaamheden aan de boerderij "Landlust", die gepacht wordt door familie Best, doch die in eigendom toebehoort aan de Nederlands Hervormde kerk te Hoorn (zie 1935 en 1948).
Febr. 6 - Stormschade.
17 blauwe pannen en plaatsloon f 2,00
Maart 13 - 2 zwart verglaasde ruiten f 1,00, loon en specie f 2,00
April 20 - 35 verglaasde pannen (onder) f 3,50
Pannen rechtgelegen f 3,00

Het totaalbedrag van de nota bedraagt f 11,50 en de rekening wordt op 3 juli gezonden aan De raad van Commissarissen van de Nederl. Herv. Gemeente te Hoorn.

Felix Arie Maarse is op 31 augustus 1924 in Schellinkhout geboren. Hij is een zoon van fruitkweker Jurie Maarse (zie 1939). In de Tweede Wereldoorlog wordt hij in 1943 verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Op 21 juni 1943 vertrekt Felix Maarse per trein via Enschede naar Hannover. Hij is dan 18 jaar oud. Zijn dorpsgenoten Gerrit Palenstijn en Gerrit de Boer reizen met hetzelfde doel met hem mee naar Hannover. Als u zijn ervaringen wilt lezen, klik dan hier.
 Felix Arie Maarse (foto 2005).

Op 5 juli spoelt bij de Nek het lijk aan van een Engelse vlieger. Burgemeester Mol legt een en ander conform de voorschriften vast in een proces-verbaal.
Heden den 5en Juli 1943 des voormiddags 11 uur is aan de Zuiderdijk nabij de Neck in de gemeente Schellinkhout aangespoeld het lijk van een Engelschen vlieger. Het lijk is overgebracht naar het lijkenhuisje op de algemeene begraafplaats te Schellinkhout.
Van de vinding is telefonisch kennis gegeven aan den Hoofdinspecteur voor de luchtbescherming te 's Gravenhage, aan den Polizeioffizier beim Beauftragte des Reichskommissars für die Provinz Nordholland te Amsterdam en aan den Ortskommandant te Hoorn.
In de omgeving van de plaats van vinding zijn geen delen van vliegtuigen gevonden.

In de kantlijn schrijft Mol met pen:
K.G. Mott, sergeant boordschutter (zie 1948).

Uit: Het dagblad voor Noord-Holland van 4 oktober.

Op 13 augustus wordt er een Engelse ballon met hoogtemeter gevonden. Waarnemend burgemeester Mol maakt op 14 augustus een proces-verbaal op.
Op den 13den Augustus 1943 is in de gemeente Schellinkhout aan den Zuiderdijk een Engelsche ballon met hoogtemeter gevallen, die gebruikt worden voor het afwerpen van phosphorbrandfleschjes. Het apparaat was leeg. Het is bij de Ortskommandantur in Hoorn ingeleverd.
Den Hoofdinspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, den Beauftragten van den Rijkscommissaris voor de provincie Noordholland (Polizei-Offizier) en de Ortskommandantur in Hoorn is telefonisch mededeeling gedaan.

Op bladzijde 118 van het boek "LONDON CALLING NORTH POLE", in 1953 geschreven door de Duitse majoor H.J. (Hermann) Giskes, hoofd van de Abwehr, wordt Schellinkhout genoemd als een "dropping area" voor geheime agenten.
Het Englandspiel duurt van voorjaar 1942 tot midden 1943 en is een Duitse operatie in de Tweede Wereldoorlog, door de Abwehr (Duitse contra-spionagedienst) aangeduid met Operatie Noordpool, om een geallieerd zendernetwerk te gebruiken om valse informatie te sturen naar Engeland. Het Englandspiel vindt plaats tussen de Special Operations Executive (SOE) in het Verenigd Koninkrijk enerzijds en Duitsland met de Abwehr anderzijds. In totaal nemen de Duitsers 59 geheime agenten gevangen. Hiervan komen 54 om in de periode van 6 tot en met 8 september 1944, vrijwel allen door executies in het concentratiekamp Mauthausen.
Uit de bedoelde passage uit het boek blijkt dat er bij Schellinkhout twee agenten in zwemkleding zijn gedropt, die ook door de Duitsers zijn gearresteerd:
The majority of the dropping areas which were used during Nordpol, numbering about thirty, lay in the moorland area of the Veluwe, a few to the eastward and northward of Steenwijk, and one east of Assen. One of the most interesting, however was established by London orders on the shore of the Zuider Zee south of Schellinghout, a few miles east of Hoorn. Two agents were dropped by parachute in bathing dresses into the sea at this point, and they had to swim towards light signals shown by us from the dyke. The operation was not a succes, as the men got entangled with their parachutes in the darkness and we eventually got them ashore in an exhausted state. The report we sent in resulted in no second attempt of this kind.

 Het centrum.

Meester C.J.W. Klomp is het "Hoofd der school". Het aantal leerlingen in het schooljaar 1943-1944 schommelt tussen de 54 en 58.

Op 1 september gaan een aantal kinderen voor het eerst naar school. Op onderstaande foto staan van links naar rechts afgebeeld:
Marijke Boot, Gerie Boot, Gerda Visser, Gerie Winkel, Aafje Winkel, Dieuw Mol (op de fiets), Piet Best (geboren 1929) en Klaas Stevens.

Op donderdag 30 september is de school gesloten, omdat de leerlingen deelnemen aan een "sportdag in Hoorn."

Op 8 oktober vindt P. Roele in zijn weiland een lege benzinetank van een vliegtuig. Ook nu weer neemt waarnemend burgemeester Mol plaats achter zijn schrijfmachine en typt het volgende proces-verbaal op 9 oktober.
Den 8 October 1943, des namiddags te ongeveer 16 uur is in de gemeente Schellinkhout op een weiland van P. Roele, aldaar, een ledige benzinetank gevonden.
Deze tank is afgeworpen door overvliegende Engelsche of Amerikaansche vliegtuigen. De tank was leeg. Schade aan eigendommen is niet toegebracht. In de omgeving zijn geen vliegtuigonderdelen gevonden. De tank is overgebracht naar het gemeentehuis van Wijdenes.
Van het vinden is telefonisch kennisgegeven aan den Hoofdinspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, Den Haag; aan den Polizei-offizier beim Beauftragten des Reichskommissars für die Provinz Nordholland te Amsterdam en aan den Ortskommandant in Hoorn.

Er ligt een drijvende kraan in het IJsselmeer voor de kust van Schellinkhout. Helemaal rechts is aan de horizon nog juist de molen (zonder wieken) te zien. Het lijkt er op dat er een kleinere kraan uit het water wordt getakeld....

In de nacht van vrijdag 22 op zaterdag 23 oktober 1943 wordt in de bedstee van zijn boerderij aan het noordeinde van de Dorpsweg de 72-jarige Gerrit Palenstijn (geboren te Schellinkhout op 10 oktober 1871) vermoord. Hij wordt op zaterdagochtend dood in zijn bedstee gevonden door zijn vijftienjarige kleinzoon Aris, die bij zijn grootvader op bezoek gaat. "Opa Palenstijn" is met een riem gewurgd en met een mes gestoken. Gerrit is de vader van de in 1941 overleden burgemeester Jan Palenstijn. Hij is alleenwonend en heeft kort daarvoor zijn boerderij verkocht. De daders denken dat Gerrit de opbrengst van die verkoop en zijn sieraden thuis in zijn kluis bewaart.
Gerrit Palenstijn heeft korte tijd voor zijn dood bemerkt dat er een huissleutel van zijn boerderij gestolen is. Hij vertrouwt het zaakje niet en schrijft voor de zekerheid een aantal nummers van de in de kluis liggende bankbiljetten op in zijn aanteekenboekje. Er wordt inderdaad f 1800,- aan geld door de daders uit de kluis weggenomen en verder enige sieraden en distributiekaarten. Uiteindelijk worden drie van de bankbiljetten, waarvan de nummers in het aantekenboekje staan, bij de daders thuis gevonden en vallen zij door de mand. "De heer Palenstijn was een achtbaar ingezetene der gemeente en gedurende vele jaren bekleedde hij de functie van voorzitter van het polderbestuur".

   
Een foto (met detailfoto) van omstreeks 1910. Gerrit Palenstijn en zijn vrouw Geertje Houter (geboren Schellinkhout 10-01-1871 en aldaar overleden 10-07-1924) met hun kinderen voor hun boerderij in Schellinkhout. De derde foto is van Gerrit Palenstijn genomen omstreeks 1940.

Jaap Vriend, wordt aanvankelijk verdacht van het misdrijf en gearresteerd. Jaap is een broer van Niek Vriend van de boerderij "Vriendenhof".
 De boerderij "Vriendenhof", Dorpsweg 29, anno 2003.
Jaap Vriend wordt echter op 11 december weer op vrije voeten gesteld. Begin december namelijk kan de politie, mede dankzij de inspanning van de opperwachtmeester der marechaussee te Schellinkhout, de heer Van Amerongen en de hoofdwachtmeester der marechaussee, de heer Van Breukelen, de drie werkelijke daders arresteren. Het zijn:
1. De 54-jarige M.J. v.d. Hilst, een Amsterdamse loodgieter en onderwereldfiguur, alias Tinus den Goddelozen. Hij is reeds 18 maal veroordeeld en heeft na zijn zeventiende jaar ongeveer dertig jaar in de gevangenis doorgebracht. V.d. Hilst is kort voor zijn arrestatie neergeschoten bij een andere roofoverval en ligt gewond in een ziekenhuis in Den Haag.
2. I.W. van Steenis, koopman te Amsterdam. Hij is een aankomende zware jongen.
3. W.F. Heins, betonwerker en venter te Hoorn.

  Uit: de krant van 10 december 1943.

Deze Heins kent de boer. De plannen zijn gesmeed in café "de Roode Lantaarn" op de Amsterdamse Zeedijk. Het aanvankelijke plan om de Boerenleenbank in Venhuizen te beroven gaat niet door, omdat er te veel publiek in de buurt van de bank is. Verdachte Heins stelt dan voor om de oude boer Palenstijn te beroven. Hij komt wel bij Palenstijn over de vloer en heeft zich een huissleutel toegeëigend. Heins weet dat Palenstijn geld in huis heeft. Per fiets gaat het drietal van Hoorn naar Schellinkhout, na eerst nog overleg te hebben gepleegd in de woning van Heins. Als het slachtoffer wakker wordt en het licht aanknipt, weet Heins zich herkend en schreeuwt: "Hij heeft me gezien. Sla 'm dood!" Vervolgens wordt de oude man vermoord. Hierna openen de daders de brandkast en wordt de buit verdeeld.
Op 4 juli 1944 worden de verdachten Heins, Van Steenis en v.d. Hilst in eerste aanleg door de Meervoudige Strafkamer in Alkmaar veroordeeld tot respectievelijk levenslang, acht jaar en levenslange gevangenisstraf.

Onderstaand knipsel is afkomstig uit de 'Delftsche courant nieuwsblad voor Delft en Delfland' van 5 juli 1944.

De verdachten gaan na de oorlog, in oktober 1945, in hoger beroep. De procureur-generaal bij het gerechtshof in Amsterdam eist bevestiging van het vonnis van de rechtbank te Alkmaar. De uitspraak is op 25 oktober 1945. Het is mij niet bekend geworden hoe de uitspraak in hoger beroep luidt.
 
Een foto van Gerrit Palenstijn en zijn echtgenote Geertje Houter uit omstreeks 1905.

Een foto uit omstreeks 1920 met rechts de boerderij van Gerrit Palenstijn en Geertje Houter. De boerderij links wordt gesloopt. Er komt in 1930 een nieuwe woning voor in de plaats: Dorpsweg 10. Later is deze woning fors uitgebouwd.
Foto 2 en 3 zijn gemaakt in 2004.

 
Dorpsweg 10 (anno 2004).

Het is oorlogstijd, maar desalnietemin wordt Ariënne Dekker, geboren 11 december 1942, op 27 oktober ingeënt tegen de pokken door dokter G.D. v.d. Waarden uit Blokker en naar hem bleek met goed gevolg. Op de tweede foto zien we de kleine Ariënne met haar moeder Annie Heij lopend op de Dorpsweg ter hoogte van de ouderlijke woning. Rechts op de foto is nog juist de Steenen Kamer te zien (zie 1953).
 

Er zijn, ondanks de oorlogstijd, plannen voor het graven van een kanaal (binnendijks) door de gemeenten Schellinkhout, Wijdenes en Venhuizen. Dit plan maakt deel uit van het voornemen van de Directie van de Dienst van Zuiderzeewerken tot de (gedeeltelijke) inpoldering van de Zuiderzee. De beoogde polder moet de naam Zuid-Westelijken-Polder krijgen.
In oktober 1941 wordt er in een driemaandelijksch bericht van de Dienst van Zuiderzeewerken melding gemaakt van een Algemeen Plan met hoofdlijnen. Vervolgens worden er door diverse groeperingen adviezen gegeven. Speciale aandacht is er voor de wateren langs de grens van den polder en Hollands Noorderkwartier. Er zal nog een studie worden gemaakt over de vraag of het randkanaal oostwaarts van Hoorn buiten langs den zeedijk gelegd zal worden, of dat het randkanaal valt te traceren door het bestaande land tot nabij Blokkerhoek. De vraag is dus of het (rand-)kanaal binnendijks of buitendijks wordt aangelegd.
Op 30 december 1942 verschijnt er een rapport van De Bouwplancommissie te Hoorn. Die vindt, dat het tracee van het dijkgedeelte van Schardam tot Blokkerhoek in elk geval gewijzigd zou moeten worden. Men is van mening, dat de bedijking van Schardam tot Blokkerhoek in een ongeveer rechte lijn zal moeten verloopen.
Op 31 december 1942 volgt er een rapport van De Commissie voor Landelijk Schoon uit het Historisch Genootschap "Oud West-Friesland". Deze commissie heeft op 22 december 1942 de zaak besproken en zij komt ondermeer tot het volgende. Met alle respect voor het, uit technisch oogpunt bekeken, knappe werk, meent de Commissie, bestaande uit menschen, die dit land door en door kennen en het mooie er van hoogschatten, dat de schoonheid er van in het gedrang dreigt te komen. Een tweede punt dat deze commissie naar voren brengt is het geprojecteerde kanaal, loopende door de gemeenten Schellinkhout, Wijdenes en Venhuizen, door een zeer mooi gedeelte van West-Friesland. Men vreest dat dit kanaal fnuikend zal zijn voor het landelijk schoon. Dit smalle stuk land, ten Zuid-Oosten van den streekweg Hoorn-Enkhuizen, zal dan door een spoorweg, een provincialen weg en een kanaal, in een zelfde, naast elkaar loopende richting op afgrijselijke wijze gehavend worden. Deze commissie is dan ook voor een kanaalverbinding buiten langs de kustlijn en ook voor rechtstreeksche dijkverbinding van Schardam naar Blokkershoek.
Op 5 januari 1943 volgt er een nota van de burgemeester van Hoorn. Ik heb er mij ten volle rekenschap van gegeven, dat wanneer het fraaie waterfront vóór Hoorn zooveel mogelijk behouden blijft, de aansluiting met den polder niet bij het Visscherseiland in Hoorn zal komen. De toegangsweg ware m.i. dan via den Blokkerhoek aan te leggen. De burgemeester wijst er op, dat de Blokkerhoek meer het aangewezen punt is voor een hoofdverbinding met den polder, omdat dit punt gunstiger gelegen is ten opzichte van het centrum van den polder.
Op 6 januari 1943 wordt er een advies uitgebracht door de Zuiderzee-commissie. In dit advies staat onder andere het volgende. Wanneer de plannen voor drooglegging van den Zuid-West Polder worden uitgevoerd, zooals dit is aangegeven in het Algemeen Plan voor den Zuid-Westelijken Polder, lijdt het geen twijfel, dat de historische schoonheid van Hoorn als oude havenplaats goeddeels wordt vernietigd. Deze commissie is verder voor een open verbinding naar het IJsselmeer bij Enkhuizen en dus niet voor een kanaal door het oude land. Deze commissie is verder voorstander van een rechtstreeksche verbinding tusschen Schardam en de Nek. Bij de Nek zou dan de ingang komen van den vaarweg naar het IJsselmeer. Over dezen ingang zou de brug kunnen komen, die verbinding met den polder zou kunnen geven.
In maart 1943 vindt de Commissie voor Landschapsschoon in Hollands Noorderkwartier ondermeer, dat er ernstig naar moet worden gestreefd, dat eenerzijds van het bestaande schoon der Zuiderzee wordt behouden wat mogelijk is; anderzijds dat bij het maken van den Zuidwestpolder, naar vermogen nieuwe schoonheid ontstaat. Verder is deze commissie voorstander van een groot meer vóór Hoorn, waarvan de zuidelijke grens ongeveer loopt van Schardam naar de Nek. Bij dat plan moet er voor worden gezorgd, dat zoowel bij de Nek als bij Schardam goede verbindingswegen met den polder ontstaan. Verder: Van Hoorn naar Enkhuizen wordt een breed boezem- en vaarwater langs de kust noodig geacht, met hier en daar smalle meren tengevolge van de bochten in den dijk en het plan om, ter vervanging van het randkanaal van Hoorn naar Enkhuizen, een groot boezem- en scheepvaartkanaal door het zuidelijk deel van West-Friesland te maken, wordt afgekeurd, omdat daardoor de schoonheid van dat mooie gedeelte van West-Friesland ernstig zou worden geschaad.
Er is nadien nog veel geschreven en gesproken over inpoldering van dit deel van het Markermeer/IJsselmeer (Markerwaard), maar tot nu toe (juli 2005) is het bij schrijven en spreken gebleven.....
 Eén van de varianten (26-10-1943).

31 december:
Het dorp telt 558 inwoners, te weten 277 mannen en 281 vrouwen.

___________________

naar begin van deze pagina
naar het eerstvolgende jaar
terug naar de basispagina (home)

 G. Kazimier.

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :