1944
De busdienst Hoorn (via Schellinkhout) naar Enkhuizen moet worden gestaakt als gevolg van gebrek aan banden.
Uit het:
De firma Dop beheert in het dorp een benzinepomp van SHELL. Op de tweede foto staat Alie Sluis (rechts) met een onbekend meisje bij deze pomp. Op de tweede foto poseert de 12-jarige Alie Sluis voor de fotograaf ter herinnering aan de Openbare Lagere School. Op de derde foto is Alie al weer "wat groter gegroeid" (zie 1939).
Op 15 februari wordt er boven Schellinkhout een vliegtuig neergeschoten, dat brandend in het IJsselmeer stort. Waarnemend burgemeester Mol kruipt weer achter zijn schrijfmachine en maakt op 16 februari 1944 het volgende proces-verbaal op.
14 maart: De firma B. Eijsbouts te Asten, Nederlandse fabriek van torenuurwerken, klokken - carillons - electr. luidapparaten, machinefabriek, stuurt een brief aan de burgemeester van Schellinkhout met ondermeer de volgende inhoud:
Hieronder twee foto's van het torenuurwerk gemaakt door de firma Van Bergen uit Heiligerlee (foto 2005).
30 maart:
De aankondiging van een mogelijke evacuatie d.d. 28 februari 1944.
Op 5 mei 1944 spoelt er weer een lijk aan bij de Nek en burgemeester Mol maakt wederom een proces-verbaal op.
15 juni:
Geboorte Ton (alias Bill) Ruiter.
16 juni: dominee De Hoest heeft om 10.30 uur een predikbeurt.
Drie jonge meiden zitten op een nog niet door de Duitse bezetter gevorderd paard. Het zijn v.l.n.r. Marie Has, Ria, een evacué uit Amsterdam wiens achternaam (nog) niet bekend is en Mies Stapel (geboren te Schellinkhout op 3 september 1934).
De floraliavereniging "Bloem en Fruit" heeft plannen om Johan Kaart voor de jaarlijkse feestavond te vragen. Het honorarium van f 1000,- is echter voor de vereniging niet op te brengen. In de jaren 1944 en 1945 is er geen tentoonstelling en geen feestavond van "de floor".
Uit: het Dagblad voor Noord-Holland van 19 juni.
In juni 1944 vindt er nabij de bunkers (zie 1984) een schietincident plaats, waarvan door Jacob Mol, wachtmeester der Marechaussee, Gewest Amsterdam, Groep Blokker, Post Westwoud, rapport wordt opgemaakt. Als onderwerp vermeldt hij:
juli: Pieter Leegwater gaat de bedrijfsschuur huren op de Dorpsweg 77.
Hij neemt het bedrijf over van Geertje Baas en begint daar een aannemingsbedrijf.
Einde van de Coöperatieve Aankoopvereniging. Deze vereniging gaat in 1946 op in "Energie Venhuizen" (zie 1929).
Onderwijzeres Mies Klimp gaat op de foto met de leerlingen van haar handwerkklas.
19 augustus: Op het raadhuis wordt een circulaire bezorgd gericht aan "den burgemeester van Schellinkhout" waarbij de burgemeester op bevel van de secretaris-generaal van het Departement van Binnenlandse Zaken wordt opgeroepen tot ongehoorzaamheid aan de Duitse bezetter. Het betreft hier een circulaire van het verzet.
Zes dagen na ontvangst van deze circulaire komt er een circulaire binnen van de echte secretaris-generaal, waarbij deze nadrukkelijk ontkent de eerder ontvangen circulaire te hebben geschreven, laat staan dat de oproep tot ongehoorzaamheid moet worden opgevolgd.
Op 25 februari 1943 ontvangen alle burgemeesters, dus ook die van Schellinkhout, een telegram van de Procureur Generaal te Amsterdam, de heer J. Feitsma. De Duitse bezetter draagt in dit telegram de burgemeesters op om de bevolkingsregisters permanent te laten bewaken "of ten plattelande zorg te dragen dat de bescheiden (het oud-archief, de bevolkingsregisters en persoonsbewijzen) in brandvrije kasten of kluizen worden opgeborgen". Een en ander onder persoonlijke verantwoordelijkheid van de burgemeester. Dit telegram is verzonden naar aanleiding van de aanval op het bevolkingsregister in Amsterdam, waar in politie-uniform geklede mannen zijn binnen gedrongen en brand hebben gesticht.
Het bordje van de secretarie (anno 2003 bewaard in het oude raadhuis).
Op de secretarie in het raadhuis van Schellinkhout werkt op dat moment één ambtenaar, namelijk Klaas Zilver, geboren te Westwoud op 16 mei 1922 (overleden te Zaandijk op 6 oktober 2006).
Nog enige bijzonderheden over genoemde Co van Weelden:
Als datum van ontvreemding van de Schellinkhouter-registers wordt op 19 juni 1945 door burgemeester Mol en wethouder J. Boot officieel genoemd: 1 januari 1945. Volgens Mol en Boot zijn er blijkens dezelfde brief in de oorlog in Schellinkhout geen woningen gesloopt of beschadigd, "als gevolg van omstandigheden, met den oorlog en de bezetting verband houdende". Na de oorlog worden de registers en de sleutels van het raadhuis door het verzet terugbezorgd.
Hetzelfde verzet, onder leiding van de Wijdenesser onderwijzer Soer en met voorts in haar geledingen de Schellinkhouters Jan Has, Jaap Vriend (Rooms Katholiek), Jaap Mol en Japie Vis (uit het noordend), heeft gedurende deze oorlog in één nacht alle huisnummerbordjes van de Schellinkhouter woningen gesloopt, teneinde het de bezetter zo moeilijk mogelijk te maken om bepaalde personen te vinden. De bordjes worden begraven in een kas aan het noordeinde van het dorp en liggen daar vermoedelijk nog steeds.
Na de oorlog wordt Klaas Zilver weer beëdigd als ambtenaar der secretarie te Schellinkhout. De benoeming door de burgemeester van Schellinkhout is per 12 juni 1945. Hij wordt beëdigd ter openbare terechtzitting voor de "Burgerlijke Zaken der Arrondissements Rechtbank te Alkmaar d.d. 28 juni 1945".
Uit: Het Dagblad voor Noord-Holland van 13 oktober.
31 december:
Ondanks het feit dat het oorlogstijd is worden er toch nieuwjaarskaarten verstuurd.
naar begin van deze pagina
naar het eerstvolgende jaar
terug naar de basispagina (home)
G. Kazimier.
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :
Van 14 - 17 februari en van 13 - 16 maart is de Openbare Lagere School gesloten, omdat er "gebrek aan brandstof" is om de school te verwarmen.
Twee foto's van Hildebrand Nieuwenhuizen. Hij verblijft gedurende de oorlogsjaren als gast bij het gezin van Arie Middelkoop, dat tegenover de zuivelfabriek woont. Op de eerste foto loopt Hildebrand op de Dorpsweg. Links op de achtergrond is de zuivelfabriek te zien. Op de tweede foto zien we dat Hildebrand melk heeft gehaald bij boer Cor Ham, wiens boerderij op de achtergrond is te zien. Rechts op deze foto is het smalspoor te zien, waarmee de melkbussen op een lorrie naar en van het land worden vervoerd.
Inschrijvingsregister voor den dienstplicht
Lichting 1944.
Gerrit de Boer, geboren 23 september 1924, opmerkingen: BD 137.
Pieter Jan Has, geboren 23 oktober 1924, opmerkingen: 9 mei 1947 vertr. naar Zijpe + BD.
Felix Arie Maarse, geboren 31 augustus 1924, opmerkingen: BD.
Jacob Vis, geboren 4 april 1924, opmerkingen: BD.
Gerrit Jan Palenstijn, geboren 26 februari 1924, opmerkingen: BD.
Marien Dars (?), geboren 1 januari 1924, opmerkingen: 8 april 1949 van Workum.
Pieter de Ruiter, geboren 15 april 1924, opmerkingen: 4 oktober 1949 van Enkhuizen.
Op 15 Februari 1944, te 23.30 uur, is boven de gemeente Schellinkhout een vliegtuig neergeschoten, dat brandend in het IJsselmeer is gevallen (plusminus 1000 m. uit de kust). 3 valschermen zijn gezien.
Schade aan eigendommen werd niet toegebracht. Vliegtuigonderdelen zijn niet gevonden. Door de Duitsche Kriegsmarine werd het IJsselmeer afgezocht naar drenkelingen en wrakstukken.
Vermoedelijk betreft het een 4-motorig, Engelsch vliegtuig. 2 Canadeesche leden der bemanning zijn gered.
Telefonisch is melding gedaan aan:
1. de Rijksinspectie Luchtbescherming, Den Haag;
2. den Beauftragte des Reichskommissars für die Provinz Nordholland (Polizei-Offizier) in Amsterdam.
De Ortskommandant in Hoorn was telefonisch niet te bereiken.
Als tijdstip van de crash staat vermeld 23.19 uur. Het neergestorte vliegtuig is er één van het type Lancaster II van het 115de Squadron. Het ser/werknr. is LL 689; volgnummer T 3416. De 1e vlieger is F/Sgt. J.W. Ralph.
Blijkens mededeling van Piet Baas jr. is het wrak van dit vliegtuig in 1947 door de autoriteiten geborgen.
Een foto van Dirk Posch (geboren te Schellinkhout op 2 september 1940 en overleden in 1991).
Op de achtergrond is de schuur van manufacturier Pieter Jan Ruiter te zien (zie 1950).
Betreft: 3 wijzerplaten met uur- en minuutwijzers.
"Voor Uw bovenaangehaalde aanvraag zeggen wij U onzen dank. Normale leveringen zijn thans onmogelijk. Alleen voor zover in voorraad, hetgeen ook al zeer weinig is, kunnen wij u nog helpen".
20 maart: De waarnemend burgemeester zendt een briefje aan de firma B. Eijsbouts, fabriek van torenuurwerken te Asten, met o.a. de volgende inhoud:
"Het uurwerk is ongeveer 20 jaar oud en werd door Van Bergen, Heiligerlee, geleverd. Het is wel geschikt voor het drijven van minuutwijzers. Een teekening van den toren - welke ik graag zal terugontvangen - gaat hierbij".
17 april: De burgemeester ontvangt een brief met bijbehorende offerte van de firma Eijsbouts met ondermeer de volgende tekst:
"De tegenwoordige cijferplaat zit niet op de beste plaats en schaadt daardoor enigszins de lijnen van de toren. Liever zagen wij ze overgebracht naar het metselwerk boven de galmgaten en dan uitgevoerd als opengewerkte cijferringen. Het grote bezwaar is dan echter, dat zij aanmerkelijk kleiner moeten worden om niet gedrukt te raken tussen de bovenkant van de boog en de daklijst. Het beste zouden wij ze in dit geval tegen de spits kunnen monteren, zoals wij op de tekening schetsmatig hebben aangegeven. Zo misstaat het zeker niet. Proefondervindelijk moet worden vastgesteld, of het niet beter is, de ringen nog iets hoger te plaatsen, zodat zij dichter tegen de toren komen en de toren steeds voor voldoende achtergrond zorgt".
Toch zal het uurwerk in de toekomst wel plaats moeten maken voor een uurwerk met electrische opwinding. Tezamen met een automatisch door het uurwerk bediend klokluidapparaat maakt dat de installatie compleet. Het laatste zal wel moeten wachten tot na de oorlog. Bijgaande doen wij U offerte voor 3 nieuwe cijferringen van 1.50 meter doorsnede tegen het dak, met bijpassende wijzers, uit te voeren volgens een nader overeen te komen model; vervaardigd van prima roestvrij materiaal; na een zorgvuldige voorbehandeling verguld met speciaal zwaar bladgoud met een goudgehalte van minstens 900/1000; tezamen met de complete wijzerwerken, verdeelwerk en verbindingswerken; alles uitgevoerd met speciale spelingvrije koppelingen, die absoluut gelijkwijzen van alle wijzers waarborgen; verbonden met het torenuurwerk, compleet gesteld: PRIJS: Fl. 820,--.
Dezelfde hierboven omschreven werkzaamheden voor 4 ringen enz. komen op Fl. 1000,-.
Inbegrepen in de prijs zijn: de montage- reis- en verblijfkosten; de vracht- en assurantiekosten en omzetbelasting volgens de thans geldende normen.
Niet zijn inbegrepen in de prijs: de hulp van een leidekker en een timmerman gedurende de plaatsing. De plaatsing te berekenen op 3 à 4 dagen.
LEVERTIJD: 3 maanden onverbindend, terwijl wij niet tot levering verplicht kunnen worden, indien ons de normale uitvoering onmogelijk wordt gemaakt, waarbij U Uwerzijds niet tot gehele of gedeeltelijke betaling verplicht bent".
6 mei: brief van de burgemeester naar de firma Eijsbouts, waarin wordt aangegeven dat volstaan kan worden met 2 cijferringen, waardoor de kosten worden verminderd.
"De uitvoering laat ik gaarne aan u over. U wilt mij nog wel even berichten, hoe groot de kosten zullen zijn?"
19 juni: De orderbevestiging van de firma Eijsbouts arriveert ten stadhuize voor de levering van 2 cijferringen voor Fl. 640,-.
Uit deze brief:
"Intussen is het er niet gemakkelijker op geworden, vooral wat betreft het reizen. Om nu noodeloos reizen te voorkomen, zullen wij ons in verbinding stellen met den Heer Gemeenteopzichter over enige noodzakelijk op te nemen maten in de toren".
28 juni: De burgemeester ontvangt een brief met daarin twee ontwerpen voor de cijferringen en de wijzers van de toren. Er kan ondermeer worden gekozen tussen Romeinse of Arabische cijfers.
29 juni: De burgemeester verzendt reeds het antwoord. Er is gekozen voor cijferring C 125 met Romeinsche cijfers.
10 augustus: De burgemeester ontvangt weer een brief met het verzoek om diverse maten door te geven:
"Verder ontvingen we gaarne een geschetst grondvlak waarop de plaats van het uurwerk is aangegeven en het punt van de opgaande wijzeras. Verder nog de doorgang van de opgaande wijzeras door de klokkenzolder. Eveneens de plaats van de cijfer-platen t.o.v. deze grondvlakken. Het komt niet zo precies, maar we moeten weten waar de leiding bovenkomt t.o.v. de wijzerplaten met het oog op de verdeelwerken, en of deze ongeveer loodrecht, dan wel schuin boven komt".
Een aantekening in de kantlijn vermeldt dat de maten op 17 augustus zijn verzonden.
De Burgemeesters van de Noordhollandschen gemeenten ontvangen een brief van de Commissaris der Provincie Noordholland. Bovenaan het schrijven staat: ZEER DRINGEND! en het onderwerp: Vordering mannelijke arbeidskrachten.
Deze commisaaris verzoekt met den meesten spoed, in ieder geval vóór 1 April a.s., de volgende schriftelijke opgaaf te willen verstrekken:
a.
Het aantal mannelijke personen uit Uw gemeente, dat naar Duitschland is uitgezonden, hetzij wegens gedwongen tewerkstelling, hetzij wegens terugvoering in krijgsgevangenschap enz.
In de kantlijn van deze vraag staan met potlood de volgende namen geschreven:
G. de Boer, T. Schippers, M. Sluis, G. Palenstijn, S. Koen, P. Has, M. den Vos, J. Tonnis en F. Maarse.
b.
Het aantal mannelijke personen uit Uw gemeente, dat gedwongen tewerk is gesteld bij objecten van de Duitsche Weermacht, voor zoover mogelijk gespecificeerd naar de werkobjecten, zooals b.v. kabelaanleg, versterkingsbouw, inundatie-werkzaamheden;
In de kantlijn van deze vraag staat met potlood de naam A. Dekker geschreven.
c.
Het aantal mannelijke personen uit Uw gemeente, dat vrijwillig ten behoeve van de Duitsche objecten werkzaam is. Deze opgaaf kan desnoods schattenderwijze worden verstrekt;
In de kantlijn van deze vraag staan met potlood de volgende namen geschreven:
C. Koeman, Sj. Speets, de Vos.
d.
Het aantal mannelijke personen uit Uw gemeente, dat in gevallen van zeer dringenden nood alsnog ten hoogste zou kunnen worden ingeschakeld.
Bij deze vraag staat niets in de kantlijn geschreven.
Heden den 5en Mei 1944, om 21 uur is aan den Zuiderdijk nabij de Neck in de gemeente Schellinkhout aangespoeld het lijk van een engelschen vlieger. Het lijk is overgebracht naar het lijkenhuisje op de algemeene begraafplaats te Schellinkhout.
Van de vinding is telefonisch kennis gegeven aan de Hoofdinspectie voor de luchtbescherming te 's Gravenhage, aan den Polizei-offizier beim Beauftragten des Reichskommissars für die Provinz Nordholland te Amsterdam en aan den Ortskommandant te Hoorn.
In de omgeving van de plaats van vinding zijn geen deelen van vliegtuigen gevonden.
Op de begraafplaats van Schellinkhout liggen twee gesneuvelde militairen begraven. Op één van de twee grafstenen staat de datum 5 mei 1943. Gezien dit proces-verbaal zal het jaartal vermoedelijk 1944 moeten zijn (zie 1948).
Burgemeester Mol moet aan de autoriteiten de jaarlijkse opgave doen met betrekking tot de arbeidsplichtigen. In dit jaar betreft het de jongens die geboren zijn in het jaar 1927.
Arbeidsplichtigen, lichting 1927.
Jacobus Schekkerman, geboren te Schellinkhout op 13 mei 1927, ongehuwd, huisadres en werkelijke verblijfplaats Schellinkhout 108, zoon van Gerrit Schekkerman en Geertje Bras.
Sikke Hoekstra, geboren te Wymbritseradeel op 1 juni 1927, ongehuwd, huisadres en werkelijke verblijfplaats Schellinkhout 168, zoon van Sjoerd Hoekstra en Jansje Kroese.
Ariën Overman, geboren te Hensbroek op 18 juli 1927, ongehuwd, huisadres en werkelijke verblijfplaats Schellinkhout 115, zoon van Hendrikus Overman en Reinoutje Mastenbroek.
Pieter Dekker, geboren te Schellinkhout op 7 november 1927, ongehuwd, huisadres en werkelijke verblijfplaats Schellinkhout 164, zoon van Klaas Pieter Dekker en Aafje Dekker.
Hendrik Schippers, geboren te Munnekeburen op 17 november 1927, ongehuwd, huisadres en werkelijke verblijfplaats Schellinkhout 141, zoon van Jannes Schippers en Koopje de Boer.
Burgemeester Mol verklaart, dat in deze opgave zijn vermeld alle mannelijke personen, geboren van en met 1 Januari 1927 tot en met 31 December 1927, die op 17 Mei 1944 in het bevolkingsregister zijner gemeente stonden ingeschreven, tot een totaal van -. vijf .- (5) en dat bij het eerste exemplaar van de opgave ten name van ieder der ingeschrevenen een kaart, als bedoeld in art. 3 van de "Regeling arbeidsdienstplicht 1945" is gevoegd.
Zeer gevaarlijk optreden door eenige leden van de Landwacht op 15 Juni 1944 op de HOORNSCHE DIJK, nabij Hoorn.
Het 13 jaar oude meisje Dieuwertje Davidson blijkt te zijn beschoten en daarbij zou een gaatje geschoten zijn in haar fietsband. Allereerst wordt de vader van het meisje gehoord: Hendrik Davidson, Nederlander, oud 58 jaar, van beroep caféhouder, wonende te Schellinkhout, Blokdijk no. 10. Hij verklaart het volgende:
Hedenmiddag omstreeks 17.00 uur kwam mijn dertien-jarige dochter Dieuwertje Davidson hevig ontsteld thuis en deelde mij mede dat haar rijwielband kapot geschoten was door eenige leden van de Landwacht. Dit was gebeurd bij een straatcontrôle op de Hoornsche dijk, gelegen tusschen SCHELLINKHOUT en HOORN. Nu vraag ik U, Wachtmeester, kan ik mij ergens beklagen tegen deze handelwijze of moeten wij tegenwoordig alles maar voor lief nemen.
Wachtmeester Mol adviseert vader Davidson zijn beklag te doen bij de Groepscommandant van de Landwacht op de Kaasmarkt te Hoorn. Op vrijdag 16 juni 1944 verschijnt Davidson weer bij wachtmeester Mol, die de volgende verklaring opneemt:
Donderdag, 15 Juni 1944, ben ik bij de Groepscommandant van de Landwacht geweest om mijn beklag in te dienen over het optreden van de Landwacht, zooals ik U gisteren verklaarde. Nadat ik mijn beklag bij deze persoon gedaan had, verklaarde deze dat wij nog blij moesten zijn over de afloop van deze schietpartij. Van één of andere verontschuldiging was echter geen sprake.
In opdracht van de Groepscommandant te Blokker stelt de wachtmeester Mol terzake een onderzoek in en hoort daartoe op 21 juni 1944 het doelwit Dieuwertje Davidson. Zij verklaart als volgt:
Donderdag 15 Juni 1944, omstreeks 16.15 uur, stond ik met mijn vriendinnetjes Sietske Roemer en Greetje Groen, beiden wonende in Wijdenes, op de Hoornsche dijk tusschen SCHELLINKHOUT en HOORN te kijken naar een hond die in het IJselmeer wat rondzwom. Even verderop stonden drie Landwachten te controleren. Op een gegeven moment kwam iemand per rijwiel uit de richting Schellinkhout. Toen deze persoon de Landwachten zag staan, draaide deze persoon zijn rijwiel om en reed terug in dezelfde richting van waar hij kwam. Blijkbaar vreesde hij contrôle van de Landwachten. Toen deze landwachten dit zagen begonnen zij op de vluchtende wielrijder te schieten met hun geweren. Daar wij op een 50 meter afstand stonden te kijken naar dien spelende hond en tusschen de Landwachten en de vluchtende wielrijder ons bevonden floten de kogels langs ons heen. Wij hoorden de kogels langs ons heen gaan en lieten ons toen in het gras vallen. Wij schrokken hier erg van en zijn vlug weggereden met ons rijwiel toen het schieten ophield. Nadat ik een klein eindje gereden had bemerkte ik dat mijn band van mijn achterwiel leegliep. Toen ik keek waar dat van daan kwam zag ik een klein rond gaatje in mijn buitenband zitten. Dit is zeer waarschijnlijk gekomen door het schieten van de Landwachten.
Wachtmeester Mol stelt vervolgens een onderzoek in aan het rijwiel en rapporteert daarover het volgende:
Bij onderzoek aan het rijwiel door mij, wachtmeester, constateerde ik inderdaad een klein rond gaatje in den buitenband, wat mijns inziens afkomstig kan zijn door het schieten met een geweer. Het leek mij geen gaatje afkomstig door normale slijtage van den buitenband.
Het rapport wordt afgesloten op 25 juni 1944.
Achterste rij v.l.n.r.: Corrie v.d. Zijpp, Hennie Schekkerman, vermoedelijk een meisje van Peetoom, Gré Ruiter, Bets Berkhout, Dillie Best ? en Ina Compas;
Voorste rij v.l.n.r.: Aafje Winkel, Gerie Boot, Annie Best, Gerda Visser (haar hoofd is nog juist te zien), Dieuw Beets en vermoedelijk een meisje van Kroeze. Onderwijzeres Mies Klimp staat helemaal achteraan.
De valse, door het verzet verzonden, circulaire.
Op 26 april 1944 antwoordt de burgemeester van Schellinkhout dat de bewaking van 9 - 16 uur plaatsvindt door het secretariepersoneel en dat buiten de kantooruren het gemeentehuis is afgesloten. Verder wordt gemeld dat de bevolkingsadministratie is opgeborgen in een zware LIPS-brandkast ter secretarie (zie 1939 en 1979).
Klaas Zilver.
Klaas Zilver woont nog bij zijn ouders in Westwoud. Klaas is benaderd door de verzetsgroep Wijdenes, onder leiding van Co (Jacobus Frederik) van Weelden (geb. 1923). Het verzet wil namelijk het bevolkings- en andere registers van Schellinkhout "veiligstellen" en wil daarvoor graag tijdelijk over de sleutels van het raadhuis en de aldaar staande kluis beschikken. Klaas wil wel meewerken. De afspraak wordt gemaakt dat Klaas het raampje van de voordeur van de ouderlijke woning los zal laten, zodat men via handreiking die voordeur kan openen. De gewenste sleutels zitten dan in een buitenzak van het colbertje dat aan de kapstok in het halletje hangt. Het ligt in de bedoeling dat Klaas vervolgens, onder het mom dat de sleutels bij een inbraak zijn gestolen, zijn werkzaamheden op de secretarie gewoon voortzet.
Wat er precies is misgegaan bij de communicatie is niet duidelijk, maar de sleutels zitten op de afgesproken nacht (eind december 1944) dus NIET in het colbertje, althans de heren van het verzet kunnen de sleutels niet vinden.
De volgende dag is Klaas op weg naar zijn vriendin in Oostwoud. Hij komt dan een aantal mensen van de verzetsgroep-Wijdenes tegen, onder wie Co. Zij zijn naar hem op zoek en vragen weer om de sleutels van het raadhuis en de kluis. Zilver geeft dan vrijwillig de sleutels af.
Op de zondag van Oudejaarsdag 1944 heeft Co van Weelden overdag tijdens een rondje schaatsen overleg met andere leden van zijn groep. Er gaan geruchten dat de Duitsers zelf erg aktief zijn geworden in het veiligstellen van bevolkingsregisters. Daarom wordt besloten om de kraakaktie niet langer uit te stellen en om nog diezelfde middag, op klaarlichte dag, "in te breken" in het raadhuis. Elk voorzien van een jutezak fietsen vier mannen vanuit Wijdenes naar Schellinkhout. Bij het raadhuis aangekomen gaat Co op de uitkijk staan en Henk Rumkorf, Rinke Visser en W. van Straaten gaan het raadhuis binnen en ontvreemden de bevolkingsregisters (persoons-, woning- en archiefregisters), inclusief een aantal blanco persoonsbewijzen. De vier jutezakken met inhoud worden verborgen op de zolder van de Rooms-Katholieke kerk van Venhuizen, waar Jan Sijm koster is. Na het incident duikt Klaas Zilver alsnog onder. Hij is dan 22 jaar.
Co van Weelden staat ingeschreven in Utrecht en wordt daar opgeroepen om in Duitsland te gaan werken. Dat vindt hij niet zo'n goed idee, dus duikt hij onder in Drente. Na ongeveer 6 maanden in Drente te hebben verbleven, besluit hij medio januari 1944 naar zijn ouders in Wijdenes te reizen om daar onder te duiken. In september 1944 wordt hij aangezocht om plaatselijk leider te worden van de LO (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers). Hij is betrokken bij de wapendroppingen op het droppingsveld "Sally" bij de boerderij van de familie Kolles in Wijdenes.
Neeltje Snoeck-Huis (foto 1962).
Op bovenstaande foto is Neeltje Snoeck-Huis (1882-1972) te zien in de bedoelde kas. Zij is de echtgenote van fruitkweker Remmet Snoeck (zie 1908).
Klaas ontvangt per 1 januari 1945 een jaarwedde van f 1200,-, opgebouwd uit:
Nieuwe wedde f 600,-, met een aftrek van 5% voor "wisselvallige inkomsten", een vaste verhoging 15%, een tijdelijke verhoging van 10%.
Op 24 juni 1948 is zijn wedde per jaar als volgt vastgesteld:
Als ambtenaar ter secretarie f 974,- , diploma-toelage GA1 f 50,- en als secretaris-penningmeester van het burgerlijk armbestuur f 108,-. Als gemeente-ontvanger beurt hij vanaf 1948 per jaar nog f 492,-.
Op 27 mei 1947 wordt Klaas Zilver, wegens de vacature van gemeente-ontvanger, benoemd tot tijdelijk gemeente-ontvanger van Schellinkhout. Hij woont dan in Wijdenes, B 64.
Op zijn verzoek wordt aan Zilver per 1 juli 1950 eervol ontslag verleend als gemeente-ontvanger, als waarnemend secretaris, als ambtenaar van de burgelijke stand en als secretaris-penningmeester van het burgerlijk armbestuur.
Boelhuis Schellinkhout.
In het plaatselijke café annex kolfbaan van de weduwe Leegwater wordt op dinsdag 24 oktober huisraad en inboedel verkocht ten verzoeke van den Heer S. de Groot om contant geld.
Het dorp telt 578 inwoners, te weten 285 mannen en 293 vrouwen.