1949
Johannes Thomas Pietersen (roepnaam Joop) wordt op 29 december 1920 in Leeuwarden geboren. Hij trouwt op 5 september 1950 in
Schellinkhout met Imktje Anna Ehlhardt (geboren 21 oktober 1922/overleden 10 april 2011).
Het echtpaar Pietersen-Ehlhardt krijgt in Schellinkhout drie kinderen. De eerste zoon wordt geboren op 7 juni 1951 en hij krijgt de
naam Marinus Ebo (roepnaam Marinus).
Ter gelegenheid van de geboorte van het eerste kind maakt de trotse vader een tekening van de ouderlijke woning, zijnde de pastorie
naast de kerk (tekening 1).
"De
Horst" in Driebergen omstreeks 1950.
Deze foto
van het gezin Pietersen is eind 1954 gemaakt in de pastorie.
Na zes jaar Schellinkhout verhuist het gezin Pietersen in september 1955 naar Zaltbommel waar in 1958 het vierde kind, dochter
Boukje, wordt geboren. Joop is in de Bommelerwaard tien jaar als vormingsleider werkzaam. Daarna keert hij in 1965 terug naar
Noord-Holland. Hij gaat werken bij het Provinciaal Bureau van de Hervormde Kerk te Alkmaar en woont in de pastorie van Warmenhuizen.
Als de drie kinderen volwassen zijn besluit het echtpaar Pietersen-Ehlhardt uit elkaar te gaan (echtscheiding). Overigens blijven de
twee echtelieden vriendschappelijk met elkaar omgaan en ontmoeten elkander regelmatig. Tot op hoge leeftijd verzorgt Pietersen
kerkdiensten, waarbij zijn vriend Jan Bruin, die een conservatoriumopleiding heeft genoten, al gedurende 38 jaren zijn medewerking
als zanger verleent.
Dat de wika Pietersen geliefd is geweest in Schellinkhout blijkt niet alleen uit de vele positieve verhalen die over hem worden verteld,
maar ook bijvoorbeeld uit het feit dat het jaarlijkse reisje van de plattelandsvrouwen van Schellinkhout op 24 mei 1962 naar
Zaltbommel voert waar de wika inmiddels woonachtig is. Uit de onderhavige notulen van de plattelandsvrouwen blijkt dat
het nieuwe bejaardenhuis van Zaltbommel, een steenfabriek en een champignonkwekerij worden
bezocht. 46 plattelandsvrouwen uit Zaltbommel brengen in juni 1963 een tegenbezoek aan Schellinkhout.
Als het echtpaar Pietersen in maart 1963 twaalfeneenhalf jaar is getrouwd ontvangt het een kaartje van het bestuur van de
Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, afdeling Schellinkhout. Op de wegwijzer staat de
tekst: Wij zoeken goede wegen.
Op de kerstavond van de plattelandsvrouwen van Schellinkhout van 20 december 1976 neemt "de wika" een
deel van de avond voor zijn rekening. Uit de notulen: Concertzanger Jan Bruin was meegekomen om
kerstliederen te zingen, waarbij hij op de piano wordt begeleid door dokter Smit. Er worden gedichten voorgelezen en de wika
leest het kerstverhaal voor. Het eigen zangkoortje ontbreekt natuurlijk niet. In de pauze werden we getracteerd op zelfgebakken
sprits van mevrouw Koster, daar zij op 24 Dec. 50 jaar getrouwd zou zijn. Aan het einde van de avond wordt gezamenlijk het "Ere
zij God" gezongen en daarna keerden wij allen huiswaarts.
In de winter van 1948 - 1949 heeft veehouder Gerrit Koster (anno 2004: Dorpsweg 74) circa 100 gedetineerden "ingehuurd"
van de penitentiaire inrichting "de Krententuin" te Hoorn om het achter zijn boerderij gelegen land te egaliseren. De
mannen moeten onder toezicht van met geweren bewapende bewakers het land met behulp van scheppen afgraven en vlakken.
Op het land zijn twee smalsporen aangelegd waarover vier aan elkaar gekoppelde kiepkarren rijden. Deze kiepkarren worden getrokken
door een paard. Naast het egaliseren van het land worden er greppels gedicht en wordt er 1300 strekkende meter sloot gedempt.
Verder worden er 30.000 rode draineerpijpjes ingegraven. Het veeteeldbedrijf van de heer G. Koster zal als voorbeeld van de
Rijksvoorlichtingsdienst dienen.
Bertha Roorda (7 jaar) en haar vierjarige tweelingzusjes Marjan en Tonnie zitten op de schommel bij het electriciteitshuisje bij de
ouderlijke woning, zijnde het voormalige tramstation.
Op een kadastrale kaart staat het huisje van de familie Baas ingetekend (zie 1963 en 1967).
Tijdens de jaarlijkse kermis vermaakt de jeugd zich prima getuige onderstaande foto. Het kiekje is op 30 mei gemaakt bij het kermisterrein,
dat naast het dorpscafé ligt.
Hieronder nog een foto die op de kermis is gemaakt.
24 juni:
Piet Baas woont in een huisje in "de Nek", ook wel genoemd "de Kleiput" (zie 1916, 1949 en 1963). Op 14 juli
schrijft secretaris mr. H. Westermann van de Stichting "Het Noordhollandsch Landschap",
gevestigd aan de Herengracht 508 te Amsterdam, een brief aan den Edelachtbaren Heer Burgemeester van
de Gemeente Schellinkhout met de volgende tekst:
Op 19 juli stuurt de burgemeester Mol een briefje aan de heer Groepscommandant der rijkspolitie te
Blokker met de volgende inhoud.
Het antwoord van de Opperwachtmeester, Groepscommandant D. Dam laat niet lang op zich wachten.
Al op 22 juni maakt hij in Blokker zijn rapport op. Hij bericht en adviseert het volgende:
Reeds op 26 juli stuurt de burgemeester het definitieve antwoord aan de Stichting "Het
Noordhollandsch Landschap". De tekst is duidelijk en laat niets aan duidelijkheid te wensen over.
Op 7 september 1949 stuurt het college van B&W van Nederhorst den Berg een brief aan de burgemeester van Schellinkhout.
Daarin staat ondermeer het volgende:
Uit: De Vrije Alkmaarder van 28 september.
29 oktober: Aannemer P. Leegwater neemt aan de onderwijzerswoning, Dorpsweg 104,
De floraliavereniging "Bloem en Fruit" maakt tijdens de tentoonstellingsdagen reclame voor appelsap.
Hieronder drie foto's van de "gevaarlijke bocht" ongeveer ter hoogte van Dorpsweg 100.
De twee boerderijen en twee huizen op Munnickay en de molen worden aangesloten op het waterleidingnet (zie ook 1925).
De daar aanwezig nortonputten bevatten water dat zelfs ongeschikt is voor het vee.
Werkgever Ariën Dekker van garagebedrijf "Viersprong" vraagt voor zijn personeel extra
rantsoenen wegens bijzondere arbeid (zie 1953).
Burgemeester Mol deelt mee dat er plannen zijn om binnen afzienbare tijd het Noordelijk gedeelte
van de Dorpsweg onder handen te nemen en dat het in de bedoeling ligt om de hele Dorpsweg 5 meter
breed te maken. Er zullen daartoe een aantal sloten aan de oostkant van het dorp worden gedempt.
De wika (werker in kerkelijke arbeid) Johannes Th. (Joop) Pietersen, geboren te Leeuwarden op 29 december 1920, geeft leiding
aan een jeugdclub. De wika is gehuwd met Imktje Anna Ehlhardt. In de periode van 15 september 1949 tot 6 september 1955 woont het echtpaar in de pastorie.
november:
Gymleraar Jaap Mazereeuw geeft gymnastiekles. Op de foto uit omstreeks 1949 zien we de leerlingen Bertha Roorda (links) en
Piet Bakker in actie in de kolfbaan.
Schellinkhout telt drie grote fruitbedrijven, namelijk die van dhr. J. Maarse, dhr. J. Boot en dhr. Snoeck.
De heer C. Druif is één van de schilders in het dorp. Hij is lid van het Historisch
Genootschap "Oud West-Friesland".
Er zijn ongeveer 600 inwoners. Twee daarvan zijn Jannetje Smit, de weduwe van burgemeester Palenstijn en haar dochter Truus.
De Heidemaatschappij is begonnen met het reinigen en verbeteren van de Tocht.
Het binnenwerk van de molen wordt weggehaald. De directeur van de houthandel Fremeijer en Wijnia aan de Baanstraat te Hoorn,
de heer Gerard Godvliet, koopt diverse onderdelen, waaronder de grote houten kamraderen. Het binnenwerk van de molen brengt
500 gulden op.
16 december:
Er is een jeugdclub opgericht onder leiding van dhr. Zoetewey en mej. Coevert.
Deze foto is vermoedelijk genomen op de verjaardag (theerondje) van één van de jonge meiden. Is Hannie jarig?
naar begin van deze pagina
naar het eerstvolgende jaar
terug naar de basispagina (home)
G. Kazimier.
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :
De openbare straatverlichting komt tot stand.
De
advertentie voor
ondertrouw van Joop en Imktje.
Na de huwelijksvoltrekking in het oude raadhuisje door burgemeester
Mol, wordt het huwelijk in de kerk van Schellinkhout ingezegend door professor Sevenster, die in de bezettingstijd (1940-1945) predikant
is in de geboorteplaats van Pietersen. Laatstgenoemde heeft veel geleerd van de nieuw-testamenticus Sevenster.
Hieronder een foto van de pastorie en een foto die op de huwelijksdag is gemaakt op het moment dat het bruidspaar de pastorie
verlaat. Achter het bruidspaar lopen het bruidsmeisje Metta Ehlhardt (zusje van de bruid) en Anton Pietersen (broer van de bruidegom).
In de deuropening staan getuige (wika) Marius Groeneveld (rechts) en getuige Bertha Kattewinkel, directrice van de huishoudschool
te Twello. De bruid is lerares aan dezelfde school. Het bruidsmeisje dat de sleep van de bruid vasthoudt is het jongste zusje van de
bruid genaamd Mariët Ehlhardt. Op de foto's is niet te zien dat zeer veel inwoners van het dorp de vlag hebben uitgestoken
voor het bruidspaar.
De kersverse
ouders met de kleine Marinus in de tuin van de familie Boot, Dorpsweg 21.
Op 18 september 1952 maakt de tweede zoon zijn opwachting. Zijn naam is Arnoldus Bernardus (roepnaam Arnold). Ter gelegenheid
van deze geboorte maakt vader Joop in oktober 1952 een tekening van de Martinuskerk (tekening 2). Als derde kind wordt op 2
november 1954 dochter Wibbina Kristina (roepnaam Bineke) geboren. Nog vóór de geboorte van dit derde kind maakt
de wika een tekening van de twee broertjes, die hun zusje verwelkomen. De tweede voornaam Kristine wordt heel bewust met de
letter K geschreven, omdat de initialen anders zullen refereren aan de heer W.C. Koster, die in het dorp kortweg WC'tje
wordt genoemd. Deze tekening is gedateerd september 1954 (tekening 3). De drie tekeningen dienen als voorkant voor
de geboortekaartjes van de kinderen.
Hieronder (een deel van) het geboortekaartje van dochter Bineke.
Op dit kaartje staat ook nog de tekst Psalm 127 : 3 Ziet de kinderen zijn een erfdeel des Heren.
De derde afbeelding is een foto van de beide broertjes.
Joop Pietersen volgt een opleiding tot wika (werker in kerkelijke arbeid) aan de academie 'De Horst' te Driebergen. Het is
een theologie-opleiding aangevuld met een duidelijke sociale component. De eerste Hervormde gemeente voor wika Joop Pietersen
wordt in 1949 Schellinkhout. De godsdienstige betrokkenheid en de geestelijke verzorging van de Schellinkhouters is na het vertrek
van dominee Van Duyl in het begin van de Tweede Wereldoorlog in het slop geraakt en voor de jonge wika is de taak weggelegd om
de Hervormde gemeente weer op het rechte pad te krijgen. Op 15 september 1949 gaat hij in de pastorie wonen. Door de
verwaarlozing van de gemeente is het pastoraal werk voor de wika veelomvattend. Daardoor ontstaat een stevige band tussen de
voorganger en de Schellinkhouters. Hij staat tussen de mensen in en weet door zijn open en energieke houding en uitstraling al snel
het vertrouwen van de Schellinkhouters te winnen. Hij geeft het jeugdwerk een belangrijke impuls door ondermeer de oprichting van
een jeugdclub. Als het werk van de wika in Schellinkhout "op de rit staat" worden ook de dorpen Wijdenes en Oosterleek
het werkterrein van Joop Pietersen.
De tekst
bovenaan het briefpapier van de wika Pietersen.
Anno 2006 woont de creatieve Joop Pietersen, die mooie schilderijen maakt, al meer dan dertig jaar samen met Jan Bruin.
Het tweetal woont in Stroet. Op zondag 10 december 2006 verzorgt Joop Pietersen in Medemblik zijn laatste kerkdienst. Hij is dan
bijna 86 jaar oud (29 december). De band met Schellinkhout is nog jarenlang levendig gehouden door een jaarlijkse reünie van
oud-catechisanten uit Schellinkhout met Joop Pietersen. Hieronder een foto die genomen is tijdens een reünie.
V.l.n.r.: Joop Pietersen, Geer Koster-Winkel, Nia Winkel (anno 2005 wonende in Parijs), Aafje Alida Vis-Stapel, Toos Klomp, Riet
Walkeuter-Van Nes en Annie Nobel.
V.l.n.r.: Nies Davids, W.C. Koster, "lange" Jaap Ham, Annie Stapel, Jan Ursem en Alie Sluis.
De dames zijn v.l.n.r. Nel Middelkoop, Geer Winkel, Nies Stapel, Bea Kalverboer en Aaf Stapel.
Grietje Vis trouwt met Tjem Tensen. Op de foto staat het kersverse echtpaar op de trap van het raadhuis (zie 1928, 1930, 1947 en 1978).
De Stichting "Het Noordhollandsch Landschap" is enigen tijd geleden door aankoop eigenaresse
geworden van den zich in Uw Gemeente bevindenden zgn. Kleiput, een terrein, dat inzonderheid uitmunt als broedplaats van vogels.
Tot opzichter over dit terrein is door onze Stichting aangesteld de Heer Baas, die in de nabijheid van den Kleiput woont.
Het Dagelijks Bestuur heeft in zijn vergadering van 29 Juni j.l. besloten U te vragen het daarheen te leiden, dat de Heer Baas
voornoemd wordt aangesteld tot onbezoldigd rijksveldwachter.
Uw berichten hieromtrent zie ik met belangstelling tegemoet.
Verzoeke Uw advies te geven op bijgevoegd verzoek.
1.
Ten opzichte van de controle op de naleving van de wettelijke bepalingen zoals die bedoeld in de Vogelwet, Jachtwet, en
die betreffende het betreden der gronden van derden op het terrein de z.g. "Kleiput" te SCHELLINKHOUT, is m.i.
het aanstellen van een onbezoldigd rijksveldwachter volkomen overbodig. Het bedoelde terrein wordt regelmatig op normale
wijze besurveilleerd, terwijl door al het personeel bijzondere
aandacht aan dit terrein wordt besteed gedurende de broed- en jachttijd. Tijdig optreden is voldoende gewaarborgd, indien
Baas gebruik makende van zijn bevoegdheid hem verleend bij het Wetboek van Strafvordering (het doen van aangifte en e.v.
aanhouding en voorgeleiding bij ontdekking op heterdaad) zijn verplichting verbonden aan de hem opgedragen functie, nakomt.
Bovendien kan hij ten alle tijd rekenen op voldoende assistentie door de politie.
2.
Ik moge U wel opmerkzaam maken op het feit, dat een aanstelling tot onbezoldigd rijksveldwachter een volledige opsporingsbevoegdheid
met zich brengt. De nodige voorzorgsmaatregelen ten opzichte van betrokkene zijn wel gewenst, gezien het feit, dat een aanstelling
als zodanig de bevoegdheid tot het dragen en voorhanden hebben van vuurwapenen behorende tot de uitrusting van een
rijksveldwachter, met zich brengt. Bovendien is misbruik van de verleende aanstellingspapieren niet denkbeeldig;
3.
Ten opzichte van de persoon van P. Baas, moge ik U inderdaad enige bezwaren kenbaar maken. In 1949 werd tegen hem proces-verbaal
opgemaakt wegens het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen (dubbelloops jachtgeweer). In 1948 werd tegen hem
proces-verbaal opgemaakt terzake een economisch delict. Ofschoon geen doorslaggevende bewijzen bekend zijn betreffende
overtredingen der Jacht- c.q. Vogelwet door hem gepleegd, staat wel vast, dat door de politie in het algemeen veel aandacht wordt
besteed aan zijn gedragingen ten opzichte van genoemde bepalingen. Op grond van vermelde feiten blijkt, dat BAAS voornoemd toch
niet ten opzichte van de omschreven wettelijke bepalingen ter goede naam en faam bekend staat. Ofschoon hem een aanstelling zou
kunnen worden verleend uitsluitend voor het grondgebied der "Kleiput", bestaan m.i. ook hiertegen ernstige bezwaren in
verband met de reeds gemelde bevoegdheid omtrent het voorhanden hebben van vuurwapenen.
Aan het einde van zijn rapport ontraadt opperwachtmeester Dam ten stelligste om Piet Baas
voor een aanstelling tot onbezoldigd rijksveldwachter voor te dragen.
In antwoord op Uw brief van 14 dezer deel ik U mede, dat door de rijkspolitie geregeld wordt
gesurveilleerd langs de IJselmeerdijk. In de broed- en jachttijd wordt bijzondere aandacht besteed aan de naleving van de
vogelwet, jachtwet en aan de bepalingen in zake het betreden van gronden door derden.
Aanstelling van een onbezoldigd rijksveldwachter acht ik niet noodzakelijk.
Burgemeester Mol rept in deze brief niet over de andere bezwaren die door de rijkspolitie zijn aangevoerd.....
In de raadsvergadering werd bij de rondvraag de vraag gesteld of de eenvoudige stenen bank, met ingemetselde steen, waarop vermeld
zou worden:"Aan Schellinkhout, Geëvacueerden uit Nederhorst den Berg, Mei 1940" reeds was geplaatst.
Zoals bekend zijn voor de oprichting hiervan op 13 augustus 1942, namens enige ingezetenen dezer gemeente gelden aangeboden.
Het zal ons aangenaam zijn van U te mogen vernemen hoe of het met de plannen staat.
Op 6 oktober 1949 stuurt burgemeester Mol het antwoord:
Ik deel u mede dat het oprichten van de gemetselde bank met hardsteen in de bezettingsjaren niet mogelijk was door gebrek aan
materiaal. Het ontvangen bedrag van f 125,- werd telkenjare overgeboekt en is dus nog beschikbaar. De destijds ontvangen schets
voor het maken van de stenen bank kan echter niet worden uitgevoerd, omdat de kosten te hoog zouden worden. Aan de dienst
openbare werken is thans gevraagd een nieuw ontwerp te maken, waarvan de kosten het bovengenoemde bedrag niet te boven
zullen gaan. Zodra dit is ontvangen zal ik de schets aan U ter inzage toezenden. Ook naar het gevoelen van de wethouders en mij
moet de oprichting worden bespoedigd, doch het ligt niet in onze bedoeling, dat door deze gemeente tengevolge van een te kostbare
uitvoering belangrijke kosten moeten worden gemaakt.
Op 22 september 1949 ontvangt de burgemeester een brief naar aanleiding van zijn vraag of "de bank" moet worden
aangemerkt als officieel oorlogs- of vredesgedenkteken.
Ik kan u mededelen dat een herinneringsbank van de geëvacueerden uit Nederhorst den Berg niet is te beschouwen als een
oorlogs- of vredesgedenkteken, als bedoeld in het Koninklijk Besluit van 15 October 1945. Het ontwerp is derhalve niet aan de
goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen onderworpen en behoeft niet aan onze Commissie om
advies te worden toegezonden.
Was getekend: De Secretaresse der Commissie van Advies voor Oorlogs- of Vredesgedenktekens in de provincie Noord-Holland.
Op 18 oktober 1949 stuurt het college van B&W van Schellinkhout een brief naar de burgemeester van de gemeente Nederhorst
den Berg:
U ontvangt hierbij het eerste ontwerp van een te maken stenen bank en een nieuw ontwerp in eenvoudiger uitvoering.
Gaarne zal ik vernemen of U zich met het laatste kunt verenigen. Deze tekening wilt U mij wel weer terugzenden? Het ligt in de
bedoeling de bank aan de Dorpsweg tegenover het raadhuis te plaatsen.
Op 29 oktober 1949 volgt het antwoord van de burgemeester van Nederhorst den Berg.
....dat wij met belangstelling hebben kennis genomen van het tweede ontwerp van de te maken stenen bank. Ook de raad
dezer gemeente heeft haar tevredenheid erover betuigd.
Met de bezwaren, verbonden aan de uitvoering van een bank naar het eerste ontwerp, kunnen wij ons geheel verenigen. De
beide ontwerpen worden U hierbij teruggezonden.
Op 3 april 1951 wordt dan de voorlopig laatste brief van B&W van Schellinkhout naar B&W van Nederhorst den Berg verstuurd.
Onderwerp: huldeblijk.
Wij kunnen U tot ons genoegen mededelen, dat de bank is gereedgekomen, waarvoor door inwoners Uwer gemeente gelden zijn
bijeengebracht ter herinnering aan de huisvesting in deze gemeente.
Burgemeester C. Mol
Wethouder M. Sluis
(Zie 26 juni 1941).
De herinneringsbank anno 2003 tegenover het voormalige raadhuis.
Op de derde foto, die uit omstreeks 1955 stamt, heeft de kermisjeugd bezit genomen van de bank.
Op de achtergrond staat een kermiswagen. De stoere mannen op de bank zijn:
Achter v.l.n.r.: Herman Korver, Harm van Assen, Jan Buisman, Dirk Kalverboer, Cor Coevert, Cees Toepoel en Jeep Brouwer;
Voor v.l.n.r.: Harm Tonnis, Piet Ruiter en Piet Dragtsma.
Op de provincialeweg bij Schellinkhout nabij Hoorn is gisteravond om half acht een verkeersongeluk gebeurd, dat
het leven heeft gekost aan de 25-jarige H. Smolders uit Enkhuizen.
te bouwen voor een bedrag van f 14.600,-. Er zal spoedig worden begonnen met de bouw van deze woning in de Kerkebuurt.
Een pasfoto van Piet Leegwater en een foto van de onderwijzerswoning (links) uit omstreeks 1960.
In oktober verricht schilder en behanger Gerrit Schekkerman verschillende werkzaamheden aan de door Klaas Best gepachte
boerderij Dorpsweg 13. De rekening van f 202,53 is gedateerd 1 januari 1950 en wordt gezonden naar de
Ned. Hervormde Kerk te Hoorn, want die is eigenaar van de stolp. Als het uurloon, dat op de
nota staat vermeld, wordt omgerekend, verdient Schekkerman f 1,50 per uur. Onderaan de nota staat als kanttekening vermeld:
U kan dit bedrag wel storten op mijn rekening bij de Boerenleenbank te Schellinkhout.
(Zie 1942).
De foto's zijn omstreeks 1930 gemaakt. Op het bordje aan de paal aan de rechterzijde van de weg (foto 1) staat vermeld:
gevaarlijke bocht.
Achterste rij v.l.n.r.:
Annemarie Stentrop, Riet Tonnis, Jannie de Groot, Hannie Dekker, Marijke Boot;
Midden v.l.n.r.:
Wieb Brouwer, Klaas Stapel, Henk v.d. Zijpp, Jan Piet Davids, Jan Nierop, wika Pietersen, Piet Baas;
Onderste rij v.l.n.r.:
Adriaan Hoogenboezem, Jan Ruiter, Martin Kooy, Dick Posch, Cees Dop, Marie Hoekstra, Dirk Nooij, Jan Visser, Jan de Vries,
Jannie de Groot.
In de haakse bocht op de dijk, ten westen van het buurtschap Munnekai, zijn in de Twee Wereldoorlog betonnen verdedigingswerken gebouwd.
In november 1949 wordt er door F. Proost, medewerker van het 'Bureau Registratie Verdedigingswerken', een plattegrond gemaakt waarop het hele stellingcomplex A
bij Schellinkhout staat ingetekend. Pas begin februari 1952 wordt deze plattegrond door ene J.R. v.d. Veer gecontroleerd. Kort daarna tekent een chef voor 'Gezien'.
Het betreffen:
Twee woonschuilplaatsen die inmiddels zijn uitgesloopt (nummers 1 en 2);
Twee intacte kleine eenpersoonsbunkers, zogenaamde Tobroeks, (nummers 3 en 4);
Een waarnemengspost (nummer 5).
(Zie ook 1944, 1948, 1971, 1984 en 2012).
Hieronder staat het tweetal op de foto tijdens een wandeling over het zuidend van de Dorpsweg.
Het is "konkeltaid" bij de tweelingbroers Ab en (de rokende) Joop Vis. De man met de hoed is hun knecht Dirk Kalverboer.
De jongen links (met pet) is Jan Ruiter.
Johannes (roepnaam Jan) Groot woont en boert op de derde boerderij links aan de Dorpsweg, gezien vanaf de viersprong.
Jan Groot is getrouwd met Geertruida van Leeuwen en het echtpaar heeft 12 kinderen. Hij melkt op dat moment 6 koeien en heeft 6
hectare land. Het oudste kind is op dat moment 19 jaar en de jongste is pas 6 maanden. De kinderen helpen mee op de boerderij en
omdat er in Schellinkhout geen Katholieke school is, lopen ze elke dag naar de school in Oosterblokker. Ze houden van het werk dat
hun vader doet en zouden in de toekomst ook graag een stuk grond hebben om het te bewerken en er
hun brood op te verdienen. Maar wat is dan 6 hectare? Jan Groot heeft daarom zijn besluit genomen. Hij wil emigreren.
Aanvankelijk wil Groot naar Canada emigreren, maar die plannen willen niet erg vlotten. Tot hij vorig jaar
December Ir. Heimeyer, die uit Brazilië kwam, toevallig ontmoette. "Kom bij ons in Brazilië, zei deze. In
Brazilië is grond genoeg. Ze gaan naar een oude koffieplantage van 7000 hectare groot, genaamd Fazenda
Ribeirao, waar al 400 Nederlandse gezinnen zitten. Het is vlakbij Sao Paolo. De Nederlanders en de Brazilianen die daar wonen
bebouwen de grond gezamelijk, verenigd in de coöperatie "Holambra" (Holland). De
hele kolonie is Katholiek. Honderd Brabantse gezinnen gaan ook mee met de boot. Dertien stuks vee van Jan Groot zijn al eerder naar
Brazilië verscheept. Voor de familie Groot staat al een huis klaar, wit geschilderd met een ruime kamer,
vier slaapkamers en een keuken en voorzien van waterleiding en electriciteit. Voor de overtocht moet 900 gulden per persoon
worden betaald.
De bedoelde boerderij waar Jan Groot in Schellinkhout op heeft geboerd, is in het jaar 2002 gesloopt (zie 2002). Bovenstaande foto stamt
uit het jaar 2000.
V.l.n.r.:
Geeske Druif, Marie Hoekstra, Gré de Groot, Ariënne Dekker, Hannie Dekker (zittend op de stoel), Corry v.d. Zijpp, onbekend en Jannie de Groot.