De geschiedenis van Schellinkhout, periode 1953.

De tijdlijn van Schellinkhout van 1953.

1953
Manufacturier Pieter Jan (roepnaam Piet) Ruiter woont tegenover het dorpscafé in het centrum van het dorp. In 1933 heeft hij de woning (destijds) perceel Dorpsweg 115a, annex winkel, laten bouwen. Na een hernummering van het dorp wordt het huisnummer 122.
Het gezin Ruiter bestaat uit:
Vader Pieter Jan Ruiter, geboren te Venhuizen op 1 maart 1906 als zoon van P. Ruiter en G. Dekker; overleden 7 maart 1985;
Moeder Trijntje (roepnaam Trien) Danner, geboren 25 maart 1912; overleden 28 juni 1997.
Uit dit huwelijk worden vijf kinderen geboren:
1. Pieter Ruiter, geboren 26 januari 1935;
2. Margaretha (roepnaam Gre) Ruiter, geboren 24 augustus 1937;
3. Jan Ruiter, geboren 17 januari 1941;
4. Anton Ruiter (roepnaam Bill), geboren 15 mei 1944;
5. Tini Ruiter, geboren 18 juli 1947.

Boven v.l.n.r. Pieter, vader Piet, moeder Trien en Gre;
Voor v.l.n.r. Bill, Tini en Jan.

(zie ook 1 september 1933 en 26 janauri 1935).

28 maart:
De Vereeniging "Beschaving en Oefening" te Schellinkhout wordt op 1 februari 1858 opgericht en op die datum worden ook de "Huishoudelijke Wetten" vastgesteld. In het archief heb ik niets kunnen terugvinden van deze wetten.
In 1897 vindt het bestuur dat de "Huishoudelijke Wetten" verouderd zijn en op 21 januari 1897 wordt er een reglement voor de vereniging gemaakt, waarin ondermeer het doel van de vereniging wordt vastgesteld:
Artikel 1: De vereeniging stelt zich ten doel: bevordering van ontwikkeling en beschaving in 't algemeen en van haar leden in 't bijzonder.
Artikel 2: Zij zal dit doel trachten te bereiken:
a. door het houden van vergaderingen, waarin iemand als spreker optreedt en de leden zich kunnen oefenen in het houden van bijdragen;
b. door het houden van volksvoordrachten;
c. door het onderhouden eener leesbibliotheek, waarvan alle ingezetenen der gemeente kosteloos gebruik kunnen maken;
d. door het in stand houden eener spaarbank
(zie 1858).
Op 28 maart 1953 verschijnen bij notaris De Boer te Hoogwoud de heren:
1. Willem Koster, veehouder, wonende te Schellinkhout
2. Gerrit Koster, veehouder, wonende aldaar
3. Cornelis Jan Willem Klomp, hoofdonderwijzer, wonende aldaar
4. Klaas Vet, veehouder, wonende aldaar
5. Jan Nobel, veehouder, wonende aldaar
6. Klaas Vet, voornoemd
7. Gerrit Koster, voornoemd
8. Klaas Best, veehouder, wonende te Schellinkhout
9. Simon Stapel, veehouder, wonende te Schellinkhout

De heren genoemd onder sub 1 tot en met sub 4, samen vormende het bestuur van de vereniging "Beschaving en Oefening" en de comparanten sub 5 tot en met 9 tezamen deel uitmakende van het bestuur van de te Schellinkhout bestaande nutsspaarbank, verklaren, dat bij besluit van de vereniging "Beschaving en Oefening" van 18 februari 1876 werd opgericht de Nutsspaarbank te Schellinkhout
en dat:
ofschoon de oprichters klaarblijkelijk van de aanvang af bedoelden, van die spaarbank een zelfstandige instelling met eigen vermogen te maken, deze die bedoeling niet voldoende duidelijk uitspraken, waarom comparanten, ten einde dienaangaande alle twijfel weg te nemen, thans verklaren, dat het kapitaal der spaarbank bestemd is, een stichting te vormen, die door de hieronder volgende statuten zal worden beheerst:
Artikel 1: De spaarbank opgericht de dato achttien Februari achttien honderd zes en zeventig door de vereniging "Beschaving en Oefening", hierna te noemen vereniging, draagt de naam van "de Nutsspaarbank" en is gevestigd te Schellinkhout.
Artikel 2: Zij is een stichting met eigen, geheel van dat van anderen afgescheiden vermogen.
Artikel 3: Haar doel is het sparen aan te kweken en te bevorderen door gelegenheid te geven gelden voor korter of langer termijn rentegevend te beleggen en door andere wettige middelen, die aan dit doel bevorderlijk kunnen zijn.
Artikel 4: Zij wordt beheerd door een eigen bestuur, bestaande uit tenminste vijf bestuurders, die benoemd worden door de ledenvergadering der vereniging uit een bindende voordracht van twee personen voor elke te vervullen zetel, door het bestuur der spaarbank op te maken.
De bestuurders worden voor vijf jaar benoemd en zij moeten meerderjarig, ingezetene van de gemeente Schellinkhout en in het volle genot van hun burgerlijke rechten zijn. Dan volgen er ondermeer artikelen over de geheimhoudingsplicht, de geldelijke beloning voor de secretaris en de penningmeester, eventueel ontslag of schorsing van bestuursleden, de bestuursvergaderingen, het boekjaar en de beleggingen. In artikel 18 wordt de rentevoet bepaald, waarnaar de aan de inleggers toe te kennen rente zal worden berekend. De hoogte van de rente wordt ter openbare kennis gebracht op de wijze te bepalen door het bestuur.
In het tweede lid van artikel 25 staat vermeld, dat elke inlegger bij zijn eerste inleg een van een doorlopend nummer voorzien boekje ontvangt, waarin aantekening wordt gehouden van zijn inlagen en terugnamen en de rente wordt bijgeschreven. De laatste artikelen handelen over verjaring van tegoeden na dertig jaar en over geschillen tussen inleggers en één of meer bestuurders. In artikel 30 wordt de opheffing geregeld: Achten de bestuurders te eniger tijd opheffing der spaarbank gewenst, dan doen zij daartoe een schriftelijk en beredeneerd voorstel aan het bestuur van de Bond.
Deze nieuwe statuten treden op 1 april 1953 in werking. De akte wordt mede ondertekend door de getuigen Niesje Keizer, zonder beroep, en de heer Dirk Compas, kruidenier, beiden wonende te Schellinkhout.
De Nutsspaarbank is niet gevestigd in een speciaal pand. De inlegger dient zich met zijn bankboekje te vervoegen bij één van de bestuursleden. In de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt de Nutsspaarbank opgeheven. De bank verdeelt het bestaande overschot(je) onder de culturele verenigingen in het dorp (zie o.a. 1959). Als het ledenaantal van de nutsvereniging "Beschaving en Oefening" zienderogen slinkt wordt op voorstel van het enig overgebleven bestuurslid G.J. Oonk in 1986 een voorstel tot opheffing van de vereniging gedaan. Daartoe wordt een kleine commissie benoemd. Van de laatste bijeenkomst van die commissie is het verslag bewaard gebleven (zie 1986).

3 februari: de SH 1 (Schellinkhouter vissersschip) vertrekt samen met bijna de hele Hoornse vissersvloot naar Rotterdam om te helpen bij de gevolgen van de watersnoodramp in Zeeland.

 De elfjarige Jan Nierop is lid van de fanfare en speelt saxofoon.

6 februari: Dominee De Pree heeft een predikbeurt.
Schellinkhout zamelt f 2632,50 in ten behoeve van de slachtoffers van de watersnoodramp in Zeeland.

Uit: Friese Koerier van 18 februari.
Gevraagd
Met 1 Mei of eerder BOERENARBEIDER best kunnende melken en alle boerenwerk verstaande. Net gezin. Huis beschikbaar. Brieven met opgave van vorige werkkring aan: W. Koster Azn., Zeedijk 12, Schellinkhout bij Hoorn.

Veehouder Willem Koster, die op Munnekai boert, heeft kennelijk al spoedig een nieuwe boerenarbeider aangenomen, want in de Friese Koerier van 6 maart staat het volgende bericht:
Ben VOORZIEN van een arbeider. Dankend voor de aanbieding teken ik W. Koster Azn., Zeedijk 12, Schellinkhout.
(Zie Sake de Jong: 1957).

Evenals het kerkgebouw en de toren loopt ook de boerderij van de familie Dekker (anno 2003 Dorpsweg 96) grote stormschade op en wordt onbewoonbaar. De familie Dekker verhuist naar een huisje in De Nek (zie 1940). Op de eerste foto poseert Hannie Dekker aan de achterkant van de boerderij. De tweede foto is in het volgende jaar gemaakt bij het huisje in De Nek.
 
Foto 2 v.l.n.r.:
Hannie Dekker, Ariënne Dekker, Jacoba Dekker, Jaap Dekker met zoon Koen en Ariën Dekker met zoon Albert.

Ariën Dekker is een zoon van kaasmaker Koenraad Dekker (zie 1916). Ariën is op 1 februari 1909 in Bodegraven geboren. Hij krijgt verkering met Angenitta Aartje Heij (roepnaam Annie), geboren te Rotterdam op 8 december 1908. Adri en Annie verloven zich op 1 februari 1940 en ze trouwen te Bussum op 18 juni 1941. Het echtpaar Dekker-Heij krijgt drie kinderen: Ariënne Geertje (roepnaam Ariënne), geboren te Schellinkhout op 11 december 1942 (gehuwd met Jan Kuijper), een naamloos jongetje dat in 1948 kort na de geboorte is overleden en Albert, geboren in 1949 (gehuwd met Ria Granneman). Ariën Dekker en Annie Heij overlijden te Medemblik op respectievelijk 3 januari 1991 en 6 oktober 1989.

Het gezin van Adri Dekker woont in een klein huisje aan het noordeinde. In het achterste gedeelte van het huisje (gezien vanaf de wegzijde) woont mevrouw De Graaff-Bart (zie 1916). Het huisje wordt later verkocht aan Piet Buisman, die het voorste gedeelte verbouwt tot opslagruimte en garage (foto 2). De metaaldraaierij van de heer Wijdekop vindt dan onderdak in het achterste deel van het pand. Eind jaren zestig van de vorige eeuw is het pand afgebrand. Het huisje heeft gestaan op de plaats waar nu (2005) de woning van familie A. Koen (Arie), Dorpsweg 62, staat.
 
 
Foto 1: Het huisje van het gezin van Ariën Dekker, gezien vanaf de Dorpsweg uit zuidelijke richting (foto ca. 1945).
Foto 2: Het zelfde huisje uit de zelfde richting (foto 1968).
Foto's 3 en 4: De woning van Arie Koen en zijn vrouw Marjan Roorda (mei 2005).

   
Foto 1: Annie Heij poseert voor het huisje met in de kinderwagen dochter Ariënne (1943).
Foto 2: Ariënne Dekker en haar moeder (ca. 1945).
Foto 3: V.l.n.r. Tineke Koster, Albert Dekker en Ariënne Dekker (omstreeks 1950).

Ariën (roepnaam Arie, ook wel Adri of Adrie) Dekker heeft een Reparatie-inrichting voor Auto's, Motoren en Rijwielen, Lak-spuit-inrichting, genaamd Garage "Viersprong", in een van rode bakstenen opgetrokken schuur helemaal aan het noordeinde van het dorp. Op de eerste foto hieronder zien we Ariën Dekker. Deze foto is omstreeks 1939 genomen. Op de tweede foto, die uit 1956 stamt, is een deel van deze schuur te zien, die op dat moment reeds als varkensschuur door Jan Cornelis de Vries gebruikt wordt. Voor de schuur poseren de tweeling Pim en Pam de Vries (kinderen van Jan Cornelis) met hun moeder Alie de Vries-Amsterdam. De derde foto is genomen is mei 2005. De schuur is dan eigendom van boomkwekerij Vis, Dorpsweg 5 en de muren van de schuur zijn inmiddels bekleed met groene platen.
   

De tekst die op respectievelijk de enveloppen en het briefpapier van het bedrijf van Ariën Dekker staat gedrukt.
 

Ariën Dekker heeft een paar mensen in dienst en één keer per jaar trekken werkgever en werknemers er een dag op uit. In 1947 gaat het reisje ondermeer naar luchthaven Schiphol, waar onderstaande foto wordt gemaakt.

V.l.n.r. Ariën Dekker met dochter Ariënne Dekker, Afra Kraakman, Cor Kraakman, onbekend, onbekend, onbekend en de heer Rood.

Ariën Dekker is een veelzijdig man. Hij maakt ondermeer installaties om met behulp van windenergie accu's te vullen. In 1947 krijgt hij van een particulier de opdracht om een klein poldergemaal te leveren, teneinde een stuk land droog te houden. Het maken van het windgedeelte is voor Arie geen probleem, maar voor de berekening van het schoepenrad vraagt hij de medewerking van zijn dorpsgenoot Dirk Vet, die nog op de ouderlijke boerderij woont. Anno 2006 is dit perceel Dorpsweg 119 bewoond door Martino en Sandra Koster. Ingenieur Dirk Vet, die op 26 november 1922 in Schellinkhout is geboren als zoon van Klaas Vet en Geertje Sluis, maakt een schets met afmetingen van het schoepenrad, zodat Arie het rad kan maken. De uiteindelijke levering van het poldergemaaltje heeft Vet nooit gezien. Wel verneemt hij later van Arie Dekker dat "het een groot succes is geworden".
Het project van het poldergemaaltje is eigenlijk de opmaat voor de volgende vraag van Ariën Dekker aan Vet, waar Dekker al lang mee rond blijkt te lopen. Maar alvorens de vraag van Arie te vernemen moet ingenieur Vet beloven er met niemand over te praten, hetgeen door Vet wordt toegezegd. Arie heeft een idee met betrekking tot bespuitingen tegen ongedierte, aantastingen en ziekten in de fruitteelt. Hij stelt dat je het water wellicht zou kunnen vervangen door lucht en hij vraagt aan Vet of hij dat voor hem kan uitrekenen, omdat hij zelf die kennis ontbeert. Dirk Vet, die vanaf 1 januari 1947 als ingenieur (souschef) werkzaam is bij de afdeling research van de ventilatorenfabriek Kiekens in Landsmeer, antwoordt ontkennend. Vet zegt dat daarvoor proeven nodig zijn en dat de benodigde apparatuur wel bij zijn werkgever Kiekens voorhanden is en dat hij (Vet) wel bereid is om het plan van Arie "op de zaak in Landsmeer" te bespreken. Op dit voorstel wil Arie niet ingaan, want uiteindelijk "zal je door die grote zakenmensen toch aan de kant worden geschoven". Het plan van Arie komt dus voorlopig niet tot uitvoering en Vet houdt zich intussen aan zijn zwijgplicht. Na enige tijd wordt ingenieur Vet echter toch weer door Arie Dekker benaderd. Arie gaat akkoord met het voorstel om de werkgever van Vet bij deze zaak te betrekken, want "anders gebeurt er ook niets". Dirk Vet bespreekt het plan vervolgens met zijn directe chef, ingenieur Sher, die hoofd is van de afdeling research. Sher op zijn beurt bespreekt het voorstel met de directie van Kiekens. Laatstgenoemde voelt echter niets voor het voorstel. Het zal ten koste gaan van de tijd die nodig is voor de research aan ventilatoren. Na enig overleg wordt er een tussenoplossing gevonden. Sher en Vet zullen het onderzoek in eigen tijd doen, zodat het dagelijkse werk bij Kiekens gewoon kan doorgaan. De gemaakte uren zullen wel door Kiekens worden betaald, zodat uitsluitend Kiekens de rechten heeft op de resultaten van het luchttechnische deel van het project, die uit het onderzoek zullen volgen. Sher en Vet zullen het luchttechnische deel ontwikkelen, terwijl Dekker verantwoordelijk wordt voor het bouwen van het frame en de tank voor de nieuwe spuit. Dekker gaat daarmee akkoord. Een en ander wordt vastgelegd in een contract met een geldigheidsduur van tien jaar, waarin ook de ingenieurs Sher en Vet worden genoemd.

Voor het proces van ontwikkeling van de nevelspuit heeft Dekker een lening van een aantal duizenden guldens gekregen van de provincie Noord-Holland, vermoedelijk ter grootte van zesduizend gulden. Verder wordt de kleine ondernemer zo veel mogelijk financieel uit de wind gehouden door Sher en Vet. Met het geld van de lening moet voorzichtig worden omgesprongen. Sher weet in overleg met de directie van Kiekens bepaalde kosten, die contractueel eigenlijk voor rekening komen van Dekker, over te hevelen naar Kiekens.

Alvorens met de ontwikkeling van de verstuiverkop van de nevelspuit te beginnen maken Sher en Vet afspraken met de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen. Dergelijke afspraken, die nodig zijn voor het onderzoek, moeten uiteraard overdag gemaakt worden en de directie van Kiekens geeft daarvoor de ruimte aan Sher en Vet. Bij de tot dan toe gebruikelijke manier van bespuiten moet worden "gespoten tot afdruipen" en daarna blijft de gewenste concentratie aan bestrijdingsmiddel op het gewas achter. Echter bij die methode komt er ook giftig bestrijdingsmiddel op de grond terecht. Als er grazende schapen onder de hoogstamfruitbomen lopen dient er na een traditionele bespuiting te worden gewacht tot één of meer flinke regenbuien het gif hebben weggeregend alvorens er weer schapen kunnen worden toegelaten. Onzorgvuldigheid op dit punt heeft wel geleid tot dode schapen. Afhankelijk van wat men wil bestrijden wordt een bestrijdingsmiddel toegepast, bijvoorbeeld tegen de vroege val van het fruit, schurft of insecten.
Beide ingenieurs krijgen voor het te ontwikkelen idee van Ariën Dekker ondermeer de volgende richtlijnen van de Plantenziektenkundige Dienst:
Bij hooggeconcentreerd spuiten moeten heel kleine druppeltjes op afstand van elkaar op de bladeren van het gewas achterblijven, omdat elk druppeltje ook nog werkzaam is voor de directe omgeving. Om schade aan de gewassen te voorkomen is heel gecontroleerd spuiten noodzakelijk. De kleine druppeltjes dienen zo gelijkmatig mogelijk verdeeld te worden, waarbij grote druppels uit den boze zijn, omdat die bladverbranding veroorzaken. De leidingen waar de vloeistof doorheen moet, mogen geen vernauwingen hebben, omdat er anders verstoppingen kunnen ontstaan.
Bij het geconcentreerd vernevelen is het ook van belang dat door de hoge uittreesnelheid van de lucht uit de verstuiverkop (circa 100 meter per seconde) het gewas in beweging wordt gebracht, waardoor de verdeling van de druppeltjes wordt bevorderd.
Met deze richtlijnen gaan Sher en Vet in hun vrije tijd aan het werk. Het blijkt in de praktijk erg moeilijk om de laatste grote druppels te elimineren en om de druk te berekenen die nodig is om tot het gewenste spuitresultaat te komen. Maar uiteindelijk bereiken ze een naar hun oordeel goede uitkomst. Vervolgens wordt de benodigde ventilator voor de spuit berekend en er wordt een eenvoudige machine gebouwd op een door Dekker gemaakt ijzeren frame. Voor de tests kan het apparaat dan in een proeftuin van het Instituut voor Tuinbouwtechniek op een wagen achter een tractor worden geplaatst. Genoemd instituut bedenkt overigens ook de naam voor de nieuwe machine: nevelspuit. Hieronder drie foto's van dit testmodel.
   

Met het eerste apparaat worden diverse proeven gedaan door het Instituut voor Tuinbouwtechniek en de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen. Ook wordt de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO bij het onderzoek betrokken voor druppelmetingen (druppelgrootte en druppelverdeling), afhankelijk van de luchtdruk vóór de verstuiverkop. TNO kan meer nauwkeurige uitkomsten verkrijgen dan waartoe Sher en Vet in staat zijn met de hen ter beschikking staande apparatuur. Met het genoemde apparaat worden goede resultaten bereikt en met de opgedane ervaringen wordt begonnen met de bouw van een machine die naderhand na twee jaar research wordt aangekocht door het Instituut van Tuinbouwtechniek, nadat er eerst een persconferentie is belegd in het Tolhuis in Amsterdam-Noord. De nieuw ontwikkelde nevelspuit verbruikt beduidend minder water bij het in de fruitteelt bestrijden van insecten. Niet de voor die tijd gebruikelijke 2000 liter per hectare is nodig, maar slechts 200 liter per hectare. Ook wordt een besparing aan gebruikte chemicaliën bereikt ten opzichte van de traditionele manier van bespuiten.
Uiteindelijk leidt het onderzoek van Vet en Sher tot een octrooi, zodat anderen buiten de omschrijvingen volgens het octrooi moeten blijven. Volgens Vet is de opdracht "geen vernauwingen" te zwaar geweest. Hij zegt in dit verband:"Wij hebben als kleinste opening een diameter van 7 mm aangehouden. Dus direct na de uitlaat van 7 mm doorsnede moesten de fijne druppeltjes ontstaan. Dat is een veel moeilijker opgave dan wanneer je gebruik mag maken van kleine openingen. Met andere woorden: Er bleef genoeg ontwikkelingsruimte over voor anderen, die iets anders in deze richting wilden bouwen. En zo zijn er goedwerkende verstuivers ontwikkeld, die niet in strijd waren met het octrooi van Kiekens. Ook fabrikanten van chemicaliën hebben speurwerk verricht ten behoeve van het verstuiven. Het Kiekens-octrooi liet de weg dus open voor andere ontwikkelaars" in deze markt.
De overdracht van de eerste machine aan het Instituut van Tuinbouwtechniek gaat gepaard met verlies. Maar dat neemt men voor lief. Belangrijker is de publiciteit en dat de verkoop op gang kan komen. Hieronder een foto van dit exemplaar. De man die op de machine zit, is de hierna nader te noemen heer Wijnen.

Onderstaande foto is ook genomen bij de presentatie van de nevelspuit, systeem KIEKENS-DEKKER.
Het systeem heeft in Landbouw- en Fruitteeltkringen veel sensatie verwekt.
De personen op de foto zijn v.l.n.r.:
De heer Jan Frederik Kiekens, de Schellinkhouter ingenieur Dirk Vet, ingenieur Alfred Sher (hoofd ontwikkeling bij Kiekens Research), de echtgenote van ingenieur Sher, onbekende echtgenote van één der aanwezigen, onbekend, Koenraad Dekker (vader van de man met het basisidee), onbekend, Ariën Dekker (zittend op de spuit), onbekend en Jaap Dekker (broer van Arie Dekker).
   De nevelspuit systeem Kiekens-Dekker.

Er worden ook reclamefolders gedrukt (vermoedelijk) bij drukkerij Van Wijk in de Zaanstreek, zijnde een vaste relatie van Kiekens voor het maken van drukwerk. Onderstaande tekst staat in een reclamefolder uit 1949.
 

Bovengenoemde heer Wijnen is inmiddels door Arie Dekker aangesteld als vertegenwoordiger voor de verkooporganisatie van de machines in het binnenland, waar hij conform het contract de verkooprechten heeft. Dekker heeft Wijnen, die op provisiebasis werkt, aangesteld ondanks het feit dat het apparaat nog goed in de markt moet worden gezet en daarbij op veel weerstand stuit van de tuinders..... Er volgen publicaties in vakbladen over de proefnemingen en dr. Besemer van de Plantenziektenkundige Dienst houdt vele lezingen, teneinde de fruittelers voor te lichten. Maar voor de tuinders blijft het een hardnekkig gegeven dat fruitbomen moeten worden gewassen en afdruipen. Aan de public relation activiteiten heeft verkoper Wijnen echter part noch deel. Weliswaar wordt er dus door andere partijen hard gewerkt om de machine te verkopen, maar kort gezegd: De markt is nog niet rijp.

Hieronder een foto van de opvolger van de door het Instituut voor Tuinbouwtechniek gekochte machine. Met de opgedane kennis van de eerste machine zijn diverse verbeteringen aangebracht. Er zijn dus meerdere proefversies gebouwd. Als voorbeeld: De vlakke voorkant is als vormgeving niet aantrekkelijk en wordt vervangen door een meer wigvormige voorzijde met een blad met uitsparingen. Deze vorm wordt mede gekozen om de temperatuur in het motorcompartiment zo laag mogelijk te houden. Voor het ontwerpen van deze "spitse snuit" krijgt Dirk Vet een tekenaar van Kiekens toegewezen, omdat het researchstadium dan inmiddels is gepasseerd.

Hieronder een aantal details van een reclamefolder van het bedrijf Kiekens-Dekker uit 1951.
     

   

Inmiddels ontstaat er ook nog een enorme rel tussen Dekker en Sher. In een vakblad is een artikel met foto verschenen over de nieuwe manier van spuiten. Bij deze foto staan Sher en Vet aangegeven als uitvinders en Dekker als constructeur. En Dekker beschouwt zichzelf ook als uitvinder en hij wijst met de beschuldigende vinger naar ingenieur Sher. Door Sher wordt bij de redactie van het blad navraag gedaan hoe de betreffende tekst tot stand is gekomen. Het blijkt dat de verslaggever de tekst eigener beweging zo heeft opgesteld.

De aankoop van de machine door het Instituut voor Tuinbouwtechniek heeft goed gewerkt. Na enige tijd begint de verkoop op gang te komen en daarbij de interesse van sproeimachinefabrikanten. Fruittelers in de provincie Zeeland zijn de eerste klanten, omdat zij de resultaten van de Plantenziektekundige Dienst en het Instituut voor Tuinbouwtechniek hebben bestudeerd.
Arie Dekker is zich terdege bewust van het feit dat zijn positie geld waard is geworden en hij besluit, zonder overleg met zijn contractuele partners Kiekens, Sher en Vet eenzijdig zijn belangen te verkopen aan De Bruins' Machine Bedrijven. In een geenszins vriendelijk telefoontje laat Dekker het een en ander aan Sher weten, waarbij eerstgenoemde aangeeft dat hij van zijn rechten en plichten af wil. Omdat Dekker heeft verzuimd de verkoop van zijn belang te overleggen met zijn contractuele partners, deelt Sher hem mede, dat er nog een vergadering dient te volgen waarbij alle contractanten aanwezig zijn. Dekker vindt dat prima en deelt Sher mede, dat hij zijn advocaat mee zal nemen. De bedoelde vergadering vindt uiteindelijk plaats op de fabriek van Kiekens in Landsmeer, waarbij ook Kiekens zich laat vergezellen door een advocaat. Verder zijn bij dat gesprek aanwezig de heren Sher en Vet, de heer De Bruin en zijn boekhouder en vermoedelijk de heer Wijnen. Geen der partijen heeft uiteindelijk bezwaar tegen de verkoop van Dekker's belang aan De Bruins' Machine Bedrijven, zodat de bijeenkomst maar kort duurt. Als de partijen in Landsmeer uit elkaar gaan, worden er uitgebreid handen geschud. Dekker zorgt er evenwel uitdrukkelijk voor dat hij daarbij Sher overslaat. Daarbij moet bedacht worden dat de gezinnen Sher en Dekker in de loop der tijd goed bevriend met elkaar zijn geraakt....

Dekker in een krantenartikel: Het heeft een jaar geduurd voordat de druppels niet groter waren dan 15/1000 millimeter. Samen met de "Machine- & Ventilatorenfabriek H.T. Kiekens" uit Landsmeer wordt de nevelspuit op de markt gebracht. Het octrooinummer is 30871. De nieuwe spuit is voorzien van een Ford-Prefect motor en heeft een energieverbruik van 12 pk. De spuit is geschikt voor tractie door paard of trekker. De wielbasis is instelbaar. De tankinhoud is ca. 400 liter voldoende voor urenlang gebruik; een uitkomst voor waterarme streken. De capaciteit is 1 à 2 h.a. boomgaard p. uur. 4 à 15 h.a. bouwland p. uur. Het gewicht bedraagt (leeg) ca. 900 kg en de hoogte is 1.50 meter. De breedte is 1.06 meter (exclusief de wielen), terwijl de lengte 3.50 meter meet. De nevelspuit is door vernuftige samenbouw instelbaar voor de Fruitteelt (verneveling opzij) en voor de Landbouw (verneveling naar achteren). Elke nevelspuit is uitgerust met een speciale vloeistof-capaciteitsmeter, waardoor de bediener op elk ogenblik in liters per uur kan aflezen, met welke capaciteit hij de bestrijdingsmiddelen vernevelt. Deze contrôle is uniek en voorkomt overdosering respectievelijk noodlottige beschadiging aan de gewassen.
Dekker zegt verder: Het zou mij een investering kosten van twee ton om de nevelspuit op de markt te brengen. Dat durfde ik niet aan en ik heb mijn aandeel verkocht. Als gevolg van slecht management is later de nevelspuit geruisloos van de markt verdwenen. Het niet in productie brengen van de nevelspuit betekent ontslag voor de werknemers van Dekker en tevens het einde van zijn bedrijfje. Dat noemde ik een sterfhuis, waarin ik niet meer wilde werken. Na bijna 20 jaar eigen baas te zijn geweest, dient Ariën Dekker tot zijn pensionering een aantal bazen.

Andere bronnen melden dat de nevelspuit wel degelijk succesvol is geworden. Nadat De Bruin de rechten van Arie Dekker heeft gekocht, wordt het op de markt brengen van de nevelspuit een gezamenlijke activiteit van Kiekens en De Bruin. De Bruins' Machine Bedrijven (B.M.B.) is gevestigd in Wadenoijen. Later sluit Haring uit Boskoop zich aan bij het tweetal. Haring heeft ervaring met spuittechniek en poederstuiven. Zijn merknaam is Wervelwind (officieel: Whirlwind). De drie ondernemers werken samen onder de naam K.W.H. (Kiekens Whirlwind Holland).
Het grootste succes boekt KWH met de export van nevelspuiten in verband met het geringe waterverbruik per hectare. Tienduizenden rugnevelspuiten zijn verscheept naar waterarme gebieden, zoals Afrika. Zoals de naam aangeeft wordt dit apparaat op de rug gedragen. Het bestaat uit een kleine motor (van het merk Sachs of JLO in het algemeen), een ventilator, een vloeistoftank, een slang, een verstuiverkop etc. Er is een geval bekend waarbij de fabrikant in één keer 10.000 motortjes bestelt teneinde heel scherp te kunnen inkopen.
 Een Schellinkhouter tuinder aan het werk met een rugnevelspuit (foto 1962).

Duidelijk is ook dat er twee octrooien zijn verleend aan de Machinefabriek Kiekens N.V. te Landsmeer. Op 24 februari 1948 wordt een octrooiaanvraag ingediend voor een verstuivermondstuk (aanvraagnummer 139027). Dit octrooi wordt op 15 maart 1952 openbaar gemaakt en op 17 september 1954 verleend. En op 20 mei 1948 wordt octrooi aangevraagd voor een Vernevelingsinrichting, in het bijzonder voor het bestrijden van aantasting en ziekten in de fruitteelt, land- en tuinbouw en griendcultuur (aanvraagnummer 140541). Dit octrooi wordt op 15 april 1953 openbaar gemaakt en op 15 september 1953 verleend. In beide gevallen worden als gemachtigen vermeld de ingenieurs C.B. Los en N.A. Stigter te Amsterdam.

Achteraf gezien is het aanstellen van Wijnen een weinig doordachte strategische daad van Dekker geweest. Er worden nog maar nauwelijks machines verkocht en Wijnen eist zijn provisie op als de eerste machine aan het Instituut voor Tuinbouwtechniek wordt overgedragen. Dekker komt daardoor in financiële problemen. Kenmerkend voor Dekker gedurende het hele proces van de ontwikkeling van de machine is ook zijn argwaan tegenover het bedrijf van Kiekens, daarbij gesterkt door zijn directe omgeving. "Je wordt uiteindelijk toch bedonderd door die grote lui" (zie 1946).
Ir. Dirk Vet is op 3 augustus 2008 in Haarlem overleden.

----------

26 februari:
Klaas Renooij (overleden 18 oktober 2015) huwt met Nel Peetoom (geboren 11 februari 1934). Het echtpaar woont in de stolpboerderij Dorpsweg 20 (zie 1943 en 1978).
Hieronder ziet u de ongeveer twaalfjarige Nel in een schoolbank van de lagere school in Blokker en de officiële trouwfoto van het echtpaar Renooij-Peetoom.
 

Een foto van Alie Sluis zittend op de voorbumper van een Mercedes 170 V met een jonge hond op schoot. Het hondje is kort daarvoor in Arnhem gekocht en de foto is gemaakt op de terugweg naar huis.

Er wordt een dorpsfilm gemaakt. Op de eerste foto lopen (links) Aaf Leegwater en Gerie Boot mee in de optocht voor de film. Op de tweede foto worden de "plattelandsvrouwen" gefilmd. Deze foto is gemaakt in de voortuin van de boerderij van Gerrit Posch, Dorpsweg 95. De naam van de cineast is niet bekend.
 
Foto 2:
Op de rug gezien v.l.n.r.:
Trien Ruiter-Danner, Lize Nooij-Bart, Annie Vis-Stapel;
De vrouw links naast de filmer is mevrouw Schekkerman. De overige v.l.n.r.:
Marie Breebaart, mevrouw Dop-Coevert, Lies Toepoel en mevrouw De Vries (moeder van Jan).

Nog een foto die bij het maken van de dorpsfilm is gemaakt. U ziet de kinderen van de kleutergymnastiek op een wagen van Jan Nobel (geboren te Berkhout op 31 maart 1901). Veehouder Nobel is de bestuurder van de tractor (zie 1906).

Anno 2002 is de boerderij van de familie Posch eigendom van Klaas Broertjes en Annemiek Ruyter. Het in 1992 opgerichte bedrijf "Annapart" is er gevestigd waar teakmeubelen worden verkocht. "Annapart" produceert in een eigen fabriek op Oost Java een uitgebreide collectie teakhouten buiten- en binnenmeubelen. Hieronder:
Foto 1: De stolpboerderij Dorpsweg 95;
Foto 2: Klaas Broertjes en Annemiek Ruyter;
Foto 3: Het logo van "Annapart".
   

 
Foto 1: De vier jongens van Gerrit Posch en Jannetje [roepnaam: Jannie] Best (foto circa 1943).
V.l.n.r.: Gerard, Klaas, Piet en Dick.
Foto 2: Moeder Jannie met zoon Dick (omstreeks 1948).
Links op de achtergrond is het dorpscafé te zien.

 
Foto 1: Op de hooiwagen zitten:
Voor: Gerrit Posch en zijn vrouw Jannie Posch-Best.
Achter hen zitten drie van hun zonen en een onbekende man.
V.l.n.r.: Gerard Posch, Klaas Posch, onbekend, Piet Posch.
Foto 2: Dick Posch een zijn kleine neefje Arie, die later via Denemarken naar Letland verhuist (foto omstreeks 1954).

(Zie 1959).

Walter Roos (geboren in 1946 te Schellinkhout) is één van de twee kinderen van het echtpaar Klaas Roos (geboren 26 december 1890 en overleden november 1990) en Tinie Valentijn. Het zusje van Walter heet Saskia. Walter Roos wordt leraar en een succesvol bergbeklimmer. Deze sport zal hem echter fataal worden. In 1985 heeft hij samen met andere expeditieleden geprobeerd om de top van de 7640 meter hoge Makalu 2 in de Nepalese Himalaya te beklimmen. Walter slaagt daarin niet, maar een aantal andere expeditieleden bereiken de top wel. De succesvolle expeditie loopt uit op een drama, want tijdens de terugtocht komen Frank Merjenberg en Walter Roos, die een andere route naar beneden hebben gevolgd dan de rest van de klimmers, om het leven tijdens een sneeuwstorm. Ze worden later op een hoge bergpas gevonden: gestikt in hun onder een dikke laag sneeuw bedolven tent.
Zie ook 'september 1985' voor een uitgebreid, door oud-journalist Peter Smit geschreven, verslag over dit drama.
     
Foto 1: Vader en moeder Roos-Valentijn met de kleine Walter.
Foto 2: De pijp rokende Klaas Roos met zoon Walter. Rechts is de winkel van manufacturier Pieter Ruiter te zien.
Foto 3: Walter en zijn zusje Saskia.
Foto 4: A.P. (Adriaan) Hoogenboezem met achterop de fiets Walter Roos bij de boerderij "Lindehof" van de familie Stapel aan het zuideinde (mei 1953).


Het ruiteren van het hooi. De buren helpen elkaar bij dit seizoenswerk. Op de voorgrond staan van links naar rechts:
Co Schekkerman, Geer Winkel, Creel Winkel, Van der Maden en Koedoder.

De wika (werker in kerkelijke arbeid) Johannes Thomas (roepnaam Joop) Pietersen vertrekt met een groep van ongeveer twintig jongens en meiden per fiets uit het dorp. Het zijn allemaal catechisanten van de wika en ze zijn allemaal dertien jaar of ouder. De eindbestemming is Doorn alwaar een week zal worden gekampeerd op de camping het "Grote Bos", die eigendom is van de Nederlands Hervormde Kerk. De waardevolle spullen en al het benodigde geld draagt de wika bij zich in een zogenaamde pukkel(tas). Aafje Alida Stapel is als begeleidster mee. Als de groep in de verte Amsterdam al ziet opdoemen, krijgt één van de deelnemers een lekke band. Er wordt dus een pauze ingelast om de wika de gelegenheid te geven de band te repareren, waarna de weg wordt vervolgd in de richting van Doorn. Nog vóórdat de eindbestemming is bereikt merkt de wika echter dat hij zijn pukkel(tas) heeft laten liggen op de plaats waar hij de lekke band heeft gerepareerd. In zijn eentje teruggaan om de tas op te halen is echter voor Joop Pietersen geen optie. Hij kan de jonge groep niet zonder volwassen begeleiding verder laten fietsen. Hij heeft op dat moment al ingecalculeerd dat hij zal opdraaien voor de geleden schade. Een nieuwe winterjas zit er de komende winter niet in...... zo prakkizeert hij al. Aangekomen op de camping hoort hij echter tot zijn genoegen dat de tas is gevonden. De vinder heeft het adres van de wika in de tas gevonden en onmiddellijk zijn echtgenote in kennis gesteld van het vinden van de tas met inhoud. Deze op haar beurt heeft inmiddels alweer telefonisch contact gehad met de beheerder van de camping, zodat de wika bij aankomst in Doorn meteen gerustgesteld kan worden. Na afloop van de vakantie wordt de tas op de terugweg bij de eerlijke vinder opgehaald.
 
Foto 1: V.l.n.r. Klaas de Vries, Aaf Winkel, Joop Pietersen, Rietje Vet (stagiaire van Joop Pietersen), Corrie v.d. Zijpp, Karst Kooy, Theo Hansen, Jannie de Vries en Ina Compas.
Foto 2: Het is tijd om de tanden te poetsen.
V.l.n.r. Ina Compas, Grietje Hansen, Aafje Winkel, Corrie v.d. Zijpp en Guus van der Oort bij een gehuurde tent.

6 juli:

Metselaar J.P. Nierop, Schellinkhout 114 verricht dakwerk aan de boerderij "Landlust", Dorpsweg 13, die bewoond wordt door Klaas Best.
Op de rekening staat vermeld:
4 m panlat, halve KG spijkers f 1,50
specie f 2,-
3 bl. vorstpannen f 1,65
Arbeidsloon 5,5 uur J.P. Nierop en F. Thomi f 21,--

Johan Pieter Nierop en Frits Thomi verdienen dus omgerekend ongeveer f 1,90 per uur. De rekening van f 26,30 wordt begin oktober verzonden naar de eigenaar van de boerderij: de Raad van Commissarissen der bezittingen van de Noorderkerk te Hoorn en de nota wordt op 13 oktober voldaan (zie 1935 en 1948).

Uit de krant van 20 juli 1953:
zaterdag 18 juli
De Coöperatieve Boerenleenbank "Schellinkhout" krijgt na ruim 45 jaar de beschikking over een eigen gebouw. Het is Dorpsweg 140, thans (2002) bewoond door familie J.L. Kriekaard.
Het bestuur van de Raad van Toezicht bestaat uit W.C. Koster, W.T.C. Hoogenboezem, A. Langedijk, D. Lindenberg (de nieuwe kassier), D. Bloothoofd (de scheidende kassier), J. Nobel, M. Sluis en J. Boot. Voorzitter J. Boot heet de genodigden, waaronder burgemeester Mol, hartelijk welkom bij de officiële opening. Ook zijn uitgenodigd de beide oud-bestuursleden Nierop en Boot, bouwkundige T. Schippers en de vaklieden.
Kassier Bloothoofd legt na 23 jaar zijn functie neer. Hij zal in het nieuwe kantoor worden opgevolgd door de heer D. Lindenberg. Ongeveer twee-en-een half jaar geleden heeft de heer Bloothoofd aangegeven te willen stoppen als kassier. Voor de Raad van Toezicht ontstaat dan het probleem een kassier te vinden die zelf kantoorruimte kan aanbieden. Men komt voor de keuze tussen het zorgen voor een bankgebouw met een nieuwe kassier of opheffing van de bank. Uiteindelijk wordt besloten tot stichting van een eigen bankgebouw. Daartoe wordt een bestaande woning aangekocht van de heer Blom. Om dit pand geschikt te maken voor de nieuwe functie, wordt het ingrijpend verbouwd. De plaatselijke bouwkundige T. Schippers maakt de nodige ontwerpen en zorgt voor het toezicht tijdens de verbouw. De hele verbouwing wordt door plaatselijke vaklieden uitgevoerd.
Al mag de ruimte voor kantoor en wachtkamer niet groot worden genoemd voor onze bank, voldoet ze zeker aan de eisen, aldus de heer Boot.
De eerste spaargelden, van Henny Boot en Wim Hoogenboezem, worden vervolgens ingeschreven. Na bezichtiging van het nieuwe kantoor volgt er een receptie in café Van der Veen. Daarbij wordt ook afscheid genomen van de heer Bloothoofd, die ruim 23 jaar kassier is geweest (zie 1938). Bloothoofd is op 29 november 1929 benoemd als opvolger van de heer Ebels (schoolmeester) en hij is op 1 maart 1930 in dienst getreden. Als dank voor zijn vele verdiensten krijgt Bloothoofd een leeslamp aangeboden. Burgemeester Mol biedt namens de gemeente zijn gelukwensen aan het bestuur van de bank aan en schenkt een fraaie klok voor het nieuwe kantoor. Voor de scheidende kassier stelt de burgemeester een kapstok in het vooruitzicht. Namens de vaklieden overhandigt de heer P. Leegwater een kapstok voor het nieuwe kantoor. De heer T. Schippers dankte allereerst voor de opdracht en prees de samenwerking waaronder dit gebouw tot stand is gekomen. Speciaal legde spreker de nadruk op de samenwerking der schilderpatroons, want toen de plaatselijke schilder ziek werd, ondervond het werk geen stagnatie daar uit vele plaatsen schilderpatroons en personeel hun collega behulpzaam zijn geweest.
 De boerenleenbank (foto 1968).

De gymnastiekvereniging "Nuttig en Aangenaam" (NEA) houdt een uitvoering op het buitendijkse grasland (zie 1938).
   
Foto 1: Piet Dragtsma (links) en Jan Buisman met het vaandel van de gymnastiekvereniging;
Foto 2: Beneden (links) W.C. Koster en Piet Dragtsma, daar bovenop (links) Jan Buisman en Tjeerd Dragtsma en helemaal bovenop Jeep Brouwer;
Foto 3: v.l.n.r. Jan Buisman, Gerrit Palenstijn, de broers Piet en Tjeerd Dragtsma, Jeep Brouwer.

Vijf jonge mannen gaan kamperen op Terschelling. Het zijn v.l.n.r.:
Jeep Brouwer, Cees Toepoel, Tjeerd Dragtsma, Piet Dragtsma en Jan Buisman.

Truus Palenstijn trouwt met Henk Lodders. Op de foto ziet u het kersverse echtpaar op de trap van het raadhuis. Achter het bruidspaar loopt, in uniform gekleed, Aris Palenstijn met zijn partner Atie Kuiper. Aris is de jongste broer van de bruid. Hij is aanvankelijk scheepskapitein, maar wordt later direkteur van een bejaardenhuis in Leiden.
 

12 december 1914
Den Heer A. Ossen Cornsz., koopman te Schellinkhout, koopt voor twee duizend en vijfhonderd gulden het huis, erf en tuin te Schellinkhout, kadastraal bekend sectie B, nummer 420, groot 9.95 are, waarin het Dijkbestuur van Drechterland mede-eigenaar is voor één are en vijf en veertig centiaren met het Recht van Erfpacht van gemelde één are en vijf en veertig centiaren.
Het onroerend goed komt uit de nalatenschap van mejuffrouw Aagje Kamp, de weduwe van Jan Vet, die op 26 mei 1914 in Schellinkhout is overleden. Veehouder Dirk Vet te Schellinkhout, de zoon van Jan Vet en Aagje Kamp en de twee kleinkinderen van het echtpaar, te weten Simon Stapel (eerste stuurman bij de maatschappij "Nederland" en wonende te Buiksloot) en Willem Nobel Pzn. (landman te Bobeldijk) , hebben het onroerend goed geërfd. Dirk Vet treedt tijdens de overdracht bij notaris H.J.J. Verhoeff te Avenhorn op als gemachtigde voor genoemde Simon Stapel en Willem Nobel. Andries Ossen kan het gekochte terstond aanvaarden.

De T-Ford van Piet Buisman (de persoon rechts op de foto). De andere man op deze foto is Andries Ossen. Andries heeft rijles gegeven aan Piet Buisman. Andries Ossen heeft een vrachtbedrijfje met een boterhandel in perceel Dorpsweg 126. Links op de foto is nog juist een deel van (het winkeltje van) het dorpscafé te zien (zie 1928).
Op 16 oktober 1948 verkoopt boterhandelaar Andries Ossen, wiens echtgenote Geertje Roelofs inmiddels is overleden, het genoemde onroerend goed (huis, erf en fruittuin) aan de op 2 april 1910 in Oosterzee (Friesland) geboren veehouder Sjoerd Meester, die op het moment van de transactie in Nederhorst den Berg woont. Sjoerd Meester betaalt er f 7000,- voor. Daarbij komt nog f 4000,-- voor de beklanting en de erkenningen en voor de inventaris f 1000,-.
Het pand staat aan de Dorpsweg en het huisnummer is dan 121. Sjoerd Meester is voornemens zich te vestigen in het gemelde vastgoed. Er rust nog steeds een recht van erfpacht op een deel van de grond (één are en vijf en veertig centiaren), die eigendom is van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier te Alkmaar. De verkoop wordt gesloten onder ondermeer de volgende voorwaarden:
De door verkoper tot heden vanuit het perceel gedreven kleinhandel in boter, waaronder de beklanting, de bakfiets, de emballage, de kleine en grote bascule met gewichten, alsmede de tot het bedrijf behorende bescheiden als erkeningen en boeken, waaronder tevens is begrepen het recht van verkoper voor zover tegenover de vakgroep geldend te maken, om de voorheen door hem gedreven botergrossierderij wederom te gaan uitoefenen, welk recht volledig aan koper overgaat.
De verkoper is gehouden tot volledige medewerking aan een ongestoorde voortzetting der zaak door de koper en het verkrijgen van de nodige vergunningen van overheidswege.
Verkoper is verplicht koper als zijn opvolger bij de klanten aan te bevelen en de koper volledig in te wijden in alle onderdelen van het bedrijf. Verkoper verbindt zich tevens om nimmer meer in de Gemeente Schellinkhout of in de omtrek binnen een straal van tien kilometer om die Gemeente, een handel in boter of aanverwante artikelen uit te oefenen, te doen uitoefenen of op enigerlei wijze financieel of anderszins daarbij betrokken te zijn.
Bij overtreding van deze voorwaarden kan Sjoerd Meester voor elke overtreden f 5000,- opeisen. De nog aanwezige botervoorraad wordt door Meester tegen factuurprijs overgenomen van de verkoper Andries Ossen. Zodra het pand ontruimd is, doch uiterlijk 12 november 1948, mag Meester het pand betrekken.
Hieronder een detail van een plattegrond uit 1949. De geel gekleurde weg is de Dorpsweg. De groen gekleurde weg is De Laan. De rood ingekleurde panden zijn kadastraal bekend onder Sectie B, Nummer 420 en achtereenvolgens eigendom van Andries Ossen, Sjoerd Meester en Maarten Sluis. De blauw ingekleurde panden zijn eigendom van Nico Roemer.

Op 18 juni 1949 verkoopt veehouder en koopman Sjoerd Meester, die gehuwd is met Hendrikje van der Molen (wonende te Broek bij Joure), het huis plaatselijk genummerd 121, MET SCHUUR, ERF EN FRUITTUIN aan MAARTEN SLUIS MAARTENSZOON. Hij betaalt voor het vastgoed f 7500,-, voor de beklanting en de erkenningen f 4000,- en voor de inventaris f 1000,-. Verder zijn de verkoopvoorwaarden dezelfde als die bij de transactie tussen Andries Ossen en Sjoerd Meester. Uiterlijk 1 juli 1949 moet Meester het pand hebben ontruimd. Bij het passeren van de akte bij notaris Kerkhoven te Hoorn is Meester zelf verhinderd, doch hij heeft ter waarneming van zijn belangen volmacht gegeven aan Neeltje Heuvel, wonende te Zwaag.
   Sectie B, nummer 420 (foto 2: 1968).

Op 4 februari 1950 verkoopt veehouder MAARTEN SLUIS MAARTENSZOON, voor f 665,- de kleinhandel in boter, waaronder begrepen de beklanting, de bakfiets, de emballage, de bascule met gewichten, alsmede de tot het bedrijf behorende bescheiden, als erkenningen en boeken aan zijn buurman boerenarbeider HAVIK NICOLAAS ROEMER (geboren te Bovenkarspel op 3 juli 1905), die op nummer 122 woont. Nico Roemer gaat de voorheen door Andries Ossen gedreven botergrossierderij weer uitoefenen. Nico Roemer mag vanaf 1 januari 1950 met zijn nieuwe bedrijf starten.
Op 3 februari 1953 opent Nico Roemer zijn "nieuwe" winkel in zuivelprodukten Dorpsweg 128 (voor de hernummering "H.N. Roemer, zuivelhandel, Schellinkhout 122").

Uit: het Dagblad voor West-Friesland van respectievelijk 3 februari 1953.
 Rechts de etalage van de winkel (foto april 1968).

 
De schuur van Nico Roemer (foto 1972) en het oude bordje dat voorheen op de winkel prijkte.

Hieronder drie oude foto's van de panden van Nico Roemer (een huis en een schuur naast elkaar), Dorpsweg 128.
Anno 2002 woont familie G. Wittenberg in deze door Gerard Wittenberg grondig gerestaureerde woning.
   
In 1969 is Nico Roemer genoodzaakt wegens omstandigheden zijn zaak te sluiten (zie 1969).


Een potloodtekening van Jaap Oudes, genaamd "Huwelijksstoet in Schellinkhout, het land van appels en peren".
De bruiloftsstoet trekt van het raadhuis naar de kerk, 50 x 66 cm.

___________________

naar begin van deze pagina
naar het eerstvolgende jaar
terug naar de basispagina (home)

 G. Kazimier.

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :